Boekbesprekingen Oud-Sabbinge 800jaarSobbinge. Vereniging Gemeen schap Wolfaartsdijk, Wolphaartsdijk 2008. 128 blz., illustraties, tekeningen, foto's, kaarten, gravures. ISBN 978-90-9023227-0. Prijs: 20,-. De bekende Fanse historicus Emma nuel Le Roy Ladurie heeft eens opge merkt dat een goed historicus niet alleen een parachutist, maar ook een truffeljager moet zijn. Naast het algemene, abstracte overzicht moet een geschiedkundige tevens oog hebben voor het detail. Le Roy Ladurie heeft deze pretentie waarge maakt met de prachtige bestseller over de inwoners van het Pyreneeëndorp Montaillou, die door de pauselijke inquisitie wegens vermeende ketterijen werden vervolgd. Het boek is een fenomenaal voorbeeld van geslaagde lokale geschiedenis! Nu doelde Le Roy Ladurie natuurlijk op de eer ste plaats op zijn collega's, de professionele vakhis torici, en niet op al die amateurs die zich met geschiedenis bezighouden: de ontelbare lokale geschiedvorsers, de verzamelaars van historische voorwerpen, de genealogen, de amateurarcheolo gen et cetera. Zij hebben tenslotte geen parachutes en zoeken evenmin truffels; zij verzamelen slechts beukennootjes. In de regel kijken de meeste vakhis torici op hen neer. Ik denk echter dat deze opvatting niet deugt. Ook beukennootjes kunnen tenslotte lekker en vooral waardevol zijn. Oud-Sabbinge 800 jaar Sabbinge is hiervan een mooi voorbeeld. Het uit vijf hoofdstukken bestaande boekje, waaraan ver schillende auteurs hebben bijgedragen, is vorig jaar verschenen ter gelegenheid van het 800-jarig bestaan van het dorp en is uitgegeven door de Ver eniging Gemeenschap Wolfaartsdijk. Het eerste hoofdstuk, waarin de Goese archiva ris Frank de Klerk de geschiedenis vanaf het vroege begin tot de twintigste eeuw beschrijft, is groten deels - doch zeker niet uitsluitend - gebaseerd op literatuuronderzoek. De Klerk weet waar hij over schrijft. Als medewerker van het gemeentearchief in Goes heeft hij jaren geleden het archief van de voormalige gemeente Wolphaartsdijk geïnventari seerd en uitgebreid beschreven. We lezen over het ontstaan van de nederzetting, de bestaansmiddelen van de vroegere bewoners, de dreiging van de Vikingen, het belang van de ambachtsheren en de samenstelling van het dorpsbestuur. Aparte para grafen zijn ingeruimd voor de karakteristieke monumenten die Oud-Sabbinge kent of heeft gekend, zoals de kerk, waarvan slechts de funde ring rest, en het kasteel van Sabbinge, het Hoge Huis, dat in de jaren zestig onder de slopershamer dreigde te komen, maar dat net op tijd kon worden gered en tot een fraai kasteeltje werd omgebouwd. Het tweede en grootste hoofdstuk, samenge steld door Gisela Nijsse, telt maar liefst 65 bladzij den en is gebaseerd op oral history. Uit de mond van vooral haar schoonvader Arjaan Nijsse heeft de schrijfster verhalen over toentertied vastgelegd. We komen verschillende dingen te weten over de bewoners van Oud-Sabbinge in de twintigste eeuw. Waar woonden ze? Waaruit bestonden hun bezig heden? Hoe gingen ze met elkaar om? Welke ambachten en winkeltjes kende het dorp vóór de Tweede Wereldoorlog? Het verhaal van Nijsse, doorspekt met tientallen anekdotes en geïllustreerd met meer dan 150 foto's, ademt een sfeer van nos talgie. Na lezing zullen er ongetwijfeld oudere mensen zijn die zich afvragen waar 'die goede oude tijd' toch is gebleven. De tijd dat het dorpje nog winkels kende, waarvan de laatste (het levens middelenwinkeltje van Dies Vleugel) in 1981 werd opgeheven. Het commentaar in het Nieuwsblad van de Bevelanden op de sluiting was in dit opzicht veelzeggend: "De bewoners van Oud-Sabbinge zul len het gezellige winkeltje aan de Prins Bernhard- straat missen, het praatje waar Dies en Lena altijd wel even tijd voor hadden, zodat het haast een ont moetingscentrum werd voor het dorp met een soci ale functie. Men zal niet meer even vlug voor het eten om een fles vla kunnen of iets voor de boter ham halen, dat is verleden tijd. Ook de jeugd van "t Ouweland' zal de zakcentjes op een andere manier moeten besteden: de laatste kauwgombal- len, droppen, sleutels en schuimblokken gaan de deur uit. Voor Dies en Lena is er rust na gedane arbeid. De winkelbel zal hen niet meer storen." Boekbesprekingen 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 45