Aanwinsten juni G.G. Trimpe Burger-Mekking Brieven vormen de rode draad in het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (2008, 3). Brieven kunnen dienen als bouwstenen voor een biografie. We moeten wel voorzichtig zijn met de interpretatie ervan: retorische conventies en eti quetteregels uit de vroegmoderne tijd spelen vaak een belangrijke rol. Hoe brieven gebruikt kunnen worden als bron voor historisch onderzoek wordt naar aanleiding van de biografie over Hugo de Groot door H.J.M. Nellen behandeld. P. Boot wil het belang aantonen van de digi tale beschikbaarheid van de bestudeerde teksten. Als voorbeeld gebruikt hij de correspondentie van Hug'o de Groot, die ongeveer 7.500 brieven omvat. Een digitale editie kan dan veel moeite en lijd besparen. Ook B. van Raemdonck houdt zich bezig met een elektronisch corpus van brieven in het artikel 'Nu op papier, straks digitaal'. In het artikel 'De gewone verontschuldigin gen' van T. van Strien zien we dat de Nederlandse dichters in de zeventiende eeuw eigenlijk onder ling te beleefd waren. Vlijmscherpe analyses en geagiteerde debatten over literatuur vinden we niet in hun brieven. In De Maasgouw, Tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en oudheidkunde van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (2009, 1) wordt veel aandacht besteed aan Dirk Daniël Vonk, een veelzijdig notaris in Eijsden (1767- 1809). In de Franse Tijd werden alle openbare functionarissen per definitie uit hun ambt onthe ven, zo ook notaris Vonk. Daarna vervulde hij vele publieke functies. Auteur H.J.L.M. Boersma gaat in op de moeilijkheden tussen de gerefor meerden en katholieken, die nogal wat spannin gen gaven in die periode. L. Mostert schreef'Martien Coppens - Licht op Limburg'. Martien Coppens (1908-1986) wordt beschouwd als een van de belangrijkste Neder landse fotografen van zijn generatie. Vanaf 1937 publiceerde hij een zestigtal fotoboeken, en zijn werk werd regelmatig tentoongesteld. Eveneens van het LGOG kreeg het Genootschap het Jaarboek 2008. Daarin vinden we het artikel 'Over begraven en begraafplaatsen in de Landen van Overmaze gedurende de Staatse Tijd (1632- 1795)' van B. van Hofstraeten en 'Hel bereik van de mijn. Ruimtelijke aspecten van de arbeids markt voor mijnwerkers in Limburg, 1900-1960' van S. Lang'eweg en E. Steegen 'Limburg is Judenfrei. Jodendeportaties uit Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog' is geschreven door A. en H. van Rens. De overle vingskansen voor joden tijdens WO 11 verschilden sterk per gemeente, ook in Limburg. In Sittard overleefden slechts 27 van de 140 joden die in 1940 in de stad woonden de oorlog. In Heerlen en Maastricht overleefde ongeveer de helft, en in Beek tweederde van de joodse inwoners. Van Ch. Dols is het stuk 'Dwing'land Alcohol. Een discours-analyse van katholieke drankweer- propaganda in Limburg'. Deze bijdrage onder werpt de propaganda van de katholieke drankbe strijding in Limburg aan een zogenoemde discours-analyse, op zowel kwalitatieve als kwantitatieve wijze. Dit betekent dat bronnen niet beschouwd worden als objectieve spiegels van het verleden, maar als dragers van betekenissen. De propaganda tegen drankmisbruik wordt gezien als een vertoog, dat verbonden was met macht en kennis en dat aan identiteiten van gelovigen vorm heeft gegeven. De constructie van de iden titeit van de alcoholist werd als onmaatschappe lijk, onchristelijk, bedreigend en ondermijnend voor de sociale orde gezien, vooral door clerici. Die hadden er baat bij om zo te handelen; zo kon den zij hun machtspositie handhaven en vergro ten. Appeltjes van het Meetjesland, het jaarboek van het Heemkundig' Genootschap van het Meetjes land (2008), begint met een 'In memoriam... Eric De Smet 1945-2008', gevolgd doorzijn biografie. Eric De Smet was een gedreven bestuurslid van het Heemkundig Genootschap. Van H. Notteboom is het artikel 'Die vermale dijde en vervloeckte vijgen', een stuk dat gaat over een politiek-relig'ieus conflict in Eeklo in 80 Aanwinsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 34