1791-1792. Met 'de vijgen' worden de keizersge-
zinden bedoeld, terwijl de rest van de bevolking
behoorde tot de patriotten.
Een sociaal-economische analyse van de
levensomstandigheden in het Ambacht Maldegem
biedt P. De Decker ons aan in 'Hoe welvarend was
de bevolking' van het Ambacht Maldegem in de
18de eeuw?' De auteur gebruikte bij haar onder
zoek de boedelbeschrijvingen en de belastingen
op het grondgebruik die door de staat geheven
werden.
Veel Lembekenaren gingen eind negentiende,
begin twintigste eeuw op zoek naar een betere
toekomst in de VS en Canada. De helft van de
emigranten in de VS kwam terecht in de indus
triële sector, de mensen in Canada werden vaak
eigenaar van uitgestrekte landbouwbedrijven
(auteur R. Buyck).
Over 'De veldwachtersfamilie Steyaert in
Lembeke (1810-1902)' horen we van F. Bastiaen,
en M. de Vleesschauwer behandelt de oorzaak en
de gevolgen van mond- en klauwzeer in het
Ambacht Assenede in zijn artikel 'Rundveepest in
Vlaanderen op het einde van de 18e eeuw'.
De Gedenkschriften 2008 van de Oudheidkundige
Kring van het Land van Dendernronde opent met
'De schepenbank van Dendermonde onder Lode-
wijk van Male (1346-1384) en het huis van Bour-
gondië (1384-1482)', geschreven door S. Staelens.
Hij schrijft over de samenstelling, de evolutie, de
bevoegdheid en de werking van de Dendermondse
schepenbank als lokale overheidsinstelling.
Dom Ambrosius De Cock levert 'De abdijkerk
te Dendermonde na de Grote Oorlog'. De abdij
kerk, gebouwd in 1901-1902, is in september 1914
voor een deel verbrand. Onder abt Adelardus
Vander Meiren (1919-1933) werd de restauratie op
volle kracht aangepakt. Na veel strubbelingen
werd in 1939 de abdijkerk tot basiliek verheven
en in 2003 werd het een beschermd monument.
E. van Damme voert ons naar de tweede helft
van de twintigste eeuw met haar artikel 'Een blik
terug in de tijd; een historisch onderzoek naar de
bioscoopsector en filmbeleving in Dendermonde
na WO II'. Ze schetst de filmgeschiedenis en doet
aan de hand van diverse interviews een peiling
naar de beleving en de gedragingen van de Den
dermondse cinemabezoekers.
E. Balthau verrichtte een grondige studie naai
de schenkingsoorkonde van het 'altare van
Laarne', dat in 1120 door de bisschop van Door
nik aan de abdij Saint-Nicolas-aux-Bois werd
geschonken. Hij geeft ook de identificatie van de
personen die in de oorkonde worden vermeld.
Van de Accademia Nazionale dei Lincei uit Rome
kwamen verschillende 'Memories' binnen, waar
onder La Pietra Nera di Nassiriya, een verslag
over een archeologisch onderzoek in 2006 te Nas
siriya in het zuiden van Irak. Het doel van het
onderzoek was het tot stand brengen van een
topografisch overzicht van drie archeologische
sites. De plaatsen Ur, Eridu en Obeid zijn in staat
de zichtbare erfenis van oudheidkundige objecten
te vergroten als die samen gereproduceerd wor
den op een webpagina en in verband gebracht
worden met de plaats waar ze vandaan komen.
Het voorlopige onderzoek van deze drie sites liet
al opmerkelijke resultaten zien.
De Smithsonian Institution in Washington orga
niseerde in 2007 een symposium ter gelegenheid
van de opening van het internationale 'Polar
Year'. Een groot aantal essays over de onder
zoeksresultaten van expedities naar de poolgebie
den werd tijdens dat symposium besproken en in
Smithsonian at the Poles gepubliceerd, onder
redactie van I. Krupnik, M.A. Lang en S.E. Miller.
Eerst wordt de voorgeschiedenis van het Interna
tional Polar Year (IPY) beschreven. Artikelen
over meteorologie, astronomie, geologie en antro
pologie volgen elkaar op. Er zijn stukken die de
methodes en technieken geven van duikers die
onderzoek verrichten onder het ijs. Het (over)
leven in de poolstreken wordt beschreven aan de
hand van de bewoners van Alaska. Klimaatver
anderingen en ecosystemen in Poolgebieden krij
gen veel aandacht.
Zeeuwse Landbouw
81