Genootschapszaken Archeologische schatten van Zeeland Of: het belang van sigarendoosjes Prijs voor vuistbijlen Eric-Jan Weterings Alweer een mijlpaal voor het genootschap. Op de zonnige voorjaarsmiddag van de 23ste april werd in de Zeeuwse Bibliotheek (ZB) in Middelburg voor meer dan honderd aanwezigen gevierd dat zijn col lectie archeologische voorwerpen is geïnventari seerd. Waar vroeger sigarendoosjes de beste bewaarplaats voor vondsten werden geacht, is de collectie thans digitaal beschikbaar voor onderzoe kers. Over die sigarendoosjes aan het slot van dit betoog meer. Eerst een sfeerimpressie van de bij eenkomst. De integrale tekst van een aantal bij dragen volgt in het volgende nummer. Dagvoorzitter Erik van der Doe, later door diverse sprekers geroemd als drijvende kracht achter het inventarisatieproject, schetste kort hoe het door het Leids archeologisch onderzoeksbureau Hazen- berg uitgevoerde werk in de afgelopen jaren ver liep. (In een eerder nummer van dit tijdschrift deed hij daarvan al eens verslag.) Lovende woor den had hij voorts voor de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), die het onderzoek facili- teerde, en de stichting Dioraphte, die het project financieel mogelijk maakte. Van der Doe, voorzitter van de coördinatie commissie verzamelingen van het genootschap, die ook de archeologische collectie in de context van het verzamelen door het genootschap plaatste, meldde het "kort te houden", om vervol gens te constateren dat hij als eerste spreker reeds de hem toegemeten tijd had overschreden. Daarop was het woord aan de man met "de makkelijkste taak van de middag", genootschapsvoorzitter Maarten Steenbeek. Nadat het eindrapport van Hazenberg eind vorig jaar verscheen, trad Steen beek de maand daarop aan als voorzitter. Hij viel met zijn "neus in de boter" en kon dan ook weinig meer dan de conservatoren en andere vrijwilli gers van het genootschap roemen. Een symposium over archeologie zonder de grote man op dit vakgebied in Nederland is moei lijk denkbaar. Emeritus hoogleraar Leendert Louwe Kooijmans duidde in "een praatje zonder plaatjes" het (inteijnationale belang van de col lectie. De bijdrage van Rob Houkes van Bureau Hazen berg bleek voor velen in de zaal wat moeilijk te volgen. "Niet te verstaan", loeide het vanuit de zaal, waarop de archeoloog wat dichter naar de microfoon kroop. Praatte hij te zacht en/of te snel, haperde de apparatuur of was de matige ver staanbaarheid te wijten aan het wat oudere publiek? Dankzij een diapresentatie kwam zijn boodschap toch nog over: ondanks gebrekkige inventarisatie en registratie in het verleden is het gelukt de verzameling goed in kaart te brengen. Een belangrijk deel van Houkes' boodschap was dat de collectie nog niet compleet is beschreven. Bijvoorbeeld een mummie in het Zeeuws Museum en Nehalennia-beelden in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden staan nog niet in het digitaai bestand. Zoals elke goede onderzoeker pleitte hij dan ook voor een vervolgonderzoek. Mogelijk subsidiegever, de op de eerste rij gezeten gedepu teerde George van Heukelom, bleef stoïcijns voor zich uitkijken. Topvondsten De collectie bevat een aantal 'topvondsten', die door sprekers nader werden belicht. Als eerste kwam daarover voormalig docent aardrijkskunde en amateur-archeoloog Frans Beekman aan het woord. Hij sprak over de 'collectie-Hubregtse', Jan Meulmeester, lid van de werkgroep Geolo gie van het genootschap, heeft een belangrijke Engelse prijs gewonnen, de 'British Archaeolo gical Award 2008' in de categorie 'Best Archaeological Discovery'. Hij vond 84 vuur steen artefacten, waarvan dertig vuistbijlen, op het terrein van grindbedrijf SBV te Vlissin- g'en. De prijs bestaat uit een plaket en een oor konde. In Voluta, het tijdschrift van de werk groep, is de waarde van zijn vondsten uitgebreid beschreven. 82 Archeologische schatten van Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 36