Boekbesprekingen
Hans van den Eeden, Leve de Koning! Lodewijk
Napoleon op reis door Brabant en Zeeland,
Brandarispers, Postbus 35, 5256 ZG Heusden, 2009,
192 blz., 24,95, ISBN 978-90-78108-03-0.
In Leve de Koning! wordt de
inspectiereis gereconstrueerd die
Lodewijk Napoleon, de jongere
broer van Napoleon Bonaparte, als
koning van Holland in Brabant en
Zeeland maakte. De reis vond
plaats van 13 april tot en met 18
mei 1809.
Het boek is overzichtelijk samengesteld, om
niet te zeggen vrij simpel: eerst is er een kort
voorwoord, daarna volgt het eerste hoofdstuk
met als titel 'Was de komst van de Fransen een
bevrijding?' In hoofdstuk 2 gaat de koning op
reis. Dit zijn nogal kort uitgevallen aanlopen
waarna het onmetelijk lange hoofdstuk 3 volgt,
met 'De reis van dag tot dag', een hoofdstuk dat
de bladzijden 21 tot 175 uitmaakt. In feite is 's
konings dagindeling het compositieschema, zodat
die hele hoofdstukindeling eigenlijk niet relevant
is.
Het boek sluit af met een hoofdstuk 4 van
enkele bladzijden over de 'Engelse invasie op
Walcheren', en een vijfde getiteld 'Invloed komst
Fransen op taalgebruik'. Een summier nawoord,
een plaatsnamenregister en literatuursuggesties
besluiten het serieuze deel van het boek, waarna
er nog enkele reclameachtige bladzijden volgen
en een foto over twee pagina's van twee jonge
meiden die verkleed als Zeeuwse boerinnen op
paarden door de branding stuiven.
Die laatste foto is in zekere zin typerend voor
dit boek. Leve de Koning! bevat op elke bladzijde
een of meer afbeeldingen en veel van die foto's
en plaatjes zijn voor de eigenlijke historische
reconstructie niet of nauwelijks relevant. Dat
geeft dit boek de aantrekkelijkheid van een foto
boek maar tegelijkertijd het aanschijn van een in
historisch-wetenschappelijk opzicht al te opper
vlakkig geheel.
Via de schrijver zien we onze eerste koning
op donderdag 13 april 1809 van paleis Het Loo bij
Apeldoorn in het Brabantse Grave aankomen. De
andere dag maakt hij zijn eerste inspectie, met
audiënties, bezoeken en bezichtigingen in de
omgeving van Grave, waarna hij overnacht op
het kasteel van Boxmeer. De daaropvolgende
weken maakt hij een Brabants rondje. Op donder
dag 4 mei 'doet' onze Lodewijk vanuit Bergen op
Zoom de beide Vossenteren aan, ont die dag in
Tholen te arriveren. De volgende dag wordt Tho-
len bezocht en steekt hij met zijn gevolg van Sta-
venisse over naar Zierikzee. Daarmee is het
Zeeuwse deel van deze koninklijke reize en
daarom ook van het boek begonnen (op bladzij
118). Zaterdag 6 mei wordt vanuit Zierikzee een
toertje gemaakt naar Westenschouwen, Haam
stede en Renesse. De volgende dag gaat de door
zijn broer benoemde vorst naar Dreischor en
Brouwershaven, waarbij hij "onder wege" natuur
lijk nog wat bebouwde kommen aandoet. Steeds
slaapt hij in Zierikzee, ook als hij op maandag
Duiveland verkent. Dan verlegt hij per jacht zijn
bivak naar Goes. Maar op woensdag de 10de mei
verplaatst hij zich naar Middelburg, waar hij tot
de 16de mei verblijft. Ondertussen kijkt hij goed
rond op Walcheren en ontmoet hij de nodige
notabelen. Vlissingen is uiteraard om de strategi
sche ligging een bezoek waard. Via Goes en oos
telijk Beveland, waarbij bijvoorbeeld het fort Bath
de nodige aandacht krijgt, gaat het op Bergen op
Zoom aan.
In het verhaal zitten beslist heel wat aardige
details. Bijvoorbeeld over de molenaar van Tho
len en zijn windrechten. Er wordt elders een inte
ressant dagboek vermeld dat de samensteller
heeft gezien op het Zeeuwse archief. Terwijl de
naam van de archivaris wordt genoemd, blijft een
aanduiding van het verslag met de archivalische
informatie helaas achterwege. Allerlei feiten en
bijzonderheden die direct of indirect betrekking
hebben op het bezoek van de koning aan een of
andere plaats passeren de revue. Maar het boek
mist precisie en noemt zelden bronnen, zodat het
voor iemand die echt historisch geïnteresseerd is,
moeilijk te verteren valt.
t
84
Boekbesprekingen