van de Verlichting - in Nederland zich manifes terend in een gematigd christelijk kader - vonden in Benteijn een warm medestander. Opvallend in de brieven van Benteijn is zijn kennis van de klassieken en zijn belangstelling voor proza en poëzie. Het maakt nieuwsgierig naar de opleiding die Isaac genoot, een aspect waarover de beide inleiders ons niets kunnen vertellen. Het lijkt waarschijnlijk dat hij zelfs een Franse school heeft gevolgd. Veel van zijn kennis en kunde, ook ten aanzien van het boekhouden, heeft hij wellicht daar opgedaan. In zijn geval is die aangevuld met veel lezen en zelfstudie. Isaacs nieuwsgierigheid maakte hem tot een lezer die graag zijn kennis deelde met een zwager die gestudeerd had. Het stimuleerde hem ook ervoor te zorgen dat zijn zoon rechten ging studeren. Het kostte Benteijn senior veel hoofdbrekens Johan nes zo ver te brengen. De studie in Leiden zou uiteindelijk twaalf jaar duren. De uitgave van de brieven van Isaac Benteijn geeft een prachtige mogelijkheid ons te verdiepen in het leven van een boer uit de omgeving van Groede en dat van zijn familie. Voor nadere stu die over sociaal-maatschappelijke en culturele aspecten in de geschiedenis van Zeeland vormt deze uitgave een niet te veronachtzamen bron. De publicatie vormt dan ook een belangrijke aan winst waarmee velen hun voordeel kunnen doen. De uitgave is door Bauwens en Poissonnier met grote zorg begeleid en geannoteerd. De bijdrage van Lo van Driel geeft veel inzicht in hoe Ben- teijns taalgebruik werd beïnvloed door het Frans - hij stamde af van Hugenoten - en het dialect. Zij en de Heemkundige Kring West-Zeeuws- Vlaanderen verdienen dan ook complimenten. Een woordenlijst en een register van persoonsna men maken het werk goed toegankelijk. Huib Uil Adri Karman: Noord-Beveland, groene oase in de Zeeuwse Delta. 156 blz., geheel in kleur geïllus treerd, met vele kaarten en illustraties van de auteur. Uitgave Stichting Waardering Natuur en Cul tuur, 2008. ISBN 978-90-9022699-6. Prijs 8,50. Het bekende naslagwerk Tussen Afsluitdammen en Deltadijken van M.H. Wilderom is reeds lang alleen nog antiquarisch te krij gen, maar nog altijd zeer gezocht. Dit geldt in het bijzon der voor het eerste deel, Noord- Beveland, dat in 1961 verscheen en waaraan M.P. de Bruin als mede-auteur mede werking verleende. Het is dan ook verheugend, dat Adri Karman, bekend van zijn rubriek 'Bui tengebied' in de Provinciale Zeeuwse Courant, een nieuw handboek voor het landschap van Noord- Beveland heeft samengesteld, waarin de gegevens van Wilderom in hoofdzaak zijn opgenomen. En dat niet alleen: ook de veldnamen van het eiland, die in 1982 zijn uitgegeven, zijn in het boek ver werkt. De behandeling van de stof is zeer overzichte lijk: alle polders worden in volgorde van indij king vanaf 1596 apart besproken, elk met een eigen overzichtskaartje. Geschiedenis en gesteld heid van de polder worden daarbij kort en duide lijk behandeld. Ook wordt aandacht besteed aan het oude, in 1530 verdronken Noord-Beveland, aan verloren gegane polders en aan de buiten dijkse gebieden, in het bijzonder die in het Veerse Meer. Bijzonder fraai en waardevol zijn de recon structiekaart van het oude Noord-Beveland en de overzichtskaart van het verdronken eiland in 1593, ontleend aan de landmeters Simon en Cor- nelis Jansz. Daarmee is nog niet alles gezegd. Karman heeft het boek verrijkt met een aantal histories waaruit blijkt dat hij ook boeiend kan schrijven over de natuur van het eiland. En ten slotte - en eigenlijk is dat een verkeerde uitdrukking, want daarmee is het allemaal begonnen - bevat het boek een rijkdom aan illustraties van landschap Boekbesprekingen 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 41