De voorgevel van de Latijnse School aan de Latijnse Schoolstraat te Middelburg. Uit: M. Smallegange, Nieuwe Chronijk van Zeeland
(1696). (ZA. Zei. 111. II nr. 678)
stand, die eveneens plechtig werd geopend, zij het
minder uitbundig' dan eerder in Leiden het geval
was geweest. In diezelfde roerige jaren van de
opstand tegen de Spaanse landsheer volgde ook
de oprichting van enkele "lllustre Scholen".6 Zo'n
lllustre School of Athenaeum was een instelling
voor hoger onderwijs die alleen een academische
basisopleiding mocht verzorgen, maar geen pro
motierechten bezat. (Zo bezien is de huidige
Roosevelt Academy dus een eigentijdse lllustre
School.)
In 1578 was het Noord-Vlaamse Gent - op dat
moment nog volledig prinsgezind - de eerste stad
met een dergelijke school. Het Zuid-Hollandse
Dordrecht volgde een jaar later en het Gelderse
Harderwijk sloot de rij in 1590. Datzelfde jaar
echter, te weten in juni, namen de Staten van
Zeeland het initiatief om ook in dit gewest een
dergelijke academische instelling tot stand te
brengen.7 Daarbij had men allereerst de stichting
van een college van studenten in de theologie in
gedachten, maar de uitbouw naar een meer uitge
breide lllustre School - en wellicht uiteindelijk
toch nog een heuse universiteit - leek toen nog
alleszins mogelijk.
De Middelburgse stadsregering was zelfs der
mate enthousiast over dit initiatief, dat ze het in
maart 1591 op zich nam om, naast "het geconsen
teerde logement voor de studenten" ook een pro
fessor in de Latijnse en Griekse taal "te haare
koste" te onderhouden. Een maand later werd een
"College der Studenten" daadwerkelijk opgericht.8
De opdracht om een theologisch hoogleraar te
zoeken, volgde in augustus 1591. Op last van de
Staten van Zeeland werd de Leidse hoogleraar in
de theologie Lucas Trelcatius op pad gestuurd met
de missie om een professor in de theologie naar
Middelburg te beroepen.8 Hoe die speurtocht is
verlopen, laat zich moeilijk meer achterhalen. Het
schijnt dat als kandidaat-hoogleraar zowel Marti-
Zeeuws preacademisch erfgoed
51