estafettestokje over, en hij verzorgde voortaan de
publieke lessen in de Nieuwe Kerk.27 Op die
manier zou Walaeus op persoonlijke titel de aca
demische kaarsvlam in Middelburg brandende
houden. Pas in 1611 bleek de tijd rijp voor de
daadwerkelijke oprichting van een Zeeuws Theo
logisch Collegium, een instelling die zich ook met
de naam 11 lustri Schola Theologica Reipublicae
Middelburgensis" heeft getooid28.
Antonius Walaeus zou op deze lllustre School
een van de eerste hoogleraren worden; zijn jon
gere broer Jacob Walaeus en Isenbachs zoon
Zacharias zouden er tot de eerste studenten beho
ren.29 Maar de historie van die fase vormt weer
een ander verhaal.
Ondertussen is mede door de in Dublin
bewaard gebleven disputatie duidelijk geworden
dat die periode is ingeleid door een continuüm
van academische colleges en plechtigheden,
welke ten minste vanaf het jaar 1593 in de Mid
delburgse Nieuwe Kerk hebben plaatsgevonden.
Bijzondere dank gaat uit naar dr. Pieter L. Schoonheim,
classicus te Leiden en kenner van Aristoteles, die mij in de
naspeuringen naar de context van deze disputatie bijzonder
heeft bijgestaan.
Noten
1. Het betreft hier (1) de nominatie van Middelburg om, in
rivaliteit met de stad Leiden, in aanmerking te komen
voor de stichting van de eerste Noord-Nederlandse uni
versiteit; (2) de initiatieven tot de oprichting van een
lllustre School in de jaren 1591-1597; (3) de oprichting
van een Theologisch College in 1611; (4) de instelling van
een brede lllustre School in 1650; (5) de heroprichting
van deze school om politieke redenen in 1676; (6) de
laatste heroprichting van de lllustre School in 1709 en
(7) de instelling van een Geneeskundige School in 1825.
Zie voor een geschiedenis van de Zeeuwse lllustre School
in zijn diverse fasen: W. Frijhoff, 'Zeelands universiteit:
hoe vaak het mislukte en waarom', in: HJ. Zuidervaart
(red.), Worstelende Wetenschap. Aspecten van weten
schapsbeoefening in Zeeland van de zestiende tot in de
negentiende eeuw (Middelburg 1986, H 7-41); Overdruk
uit: Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen 1986. Zie voor aanvul
lende literatuur ook het lemma van Jeanine C. Dekker in:
W. van Bunge [et al] (eds), The Dictionary of Seventeenth
and Eighteenth-Century Dutch Philosophers (London
2003), 700-703, alsmede Huib J. Zuidervaart, 'Van Cal
vinistische orateurstoel tot Katholieke tabernakel. De
wonderlijke lotgevallen van een katheder van de Middel
burgse 'lllustre School' uit 1650', in: Studium. Tijdschrift
voor Wetenschaps- en Universiteitsgeschiedenis/Revue de
THistoire des Sciences et des Universités 1 (2008), 62-69.
Voor de geneeskundige school en zijn enige hoogleraar,
zie J.C. de Man, De Geneeskundige School te Middelburg,
1825-1866, 2 delen (Middelburg 1904).
2. Willem Otterspeer, Groepsportret met Dame. Het bolwerk
van de vrijheid. De Leidse universiteit 1575/1672 (Amster
dam 2000), 62.
3. P.C. Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche
Universiteit 1 (1574-7 Febr. 1610) ('s-Gravenhage 1913),
2*-4*.
4. Molhuysen (n. 3), 3, 43*. Over deze vroegere kloosterbibli
otheek uit de Middelburgse Abdij is weinig meer bekend
dan dat deze opnieuw moet zijn opgebouwd na een grote
brand omstreeks 1550, waarbij diverse onvervangbare
boeken (vermoedelijk handschriften) verloren zijn gegaan.
In het archief van de Middelburgse Abdij wordt over de
librije nauwelijks gesproken. Enkel een akte uit 1331 (inv.
nr. 240) maakt melding van de levering van enige boe
ken, die dan nader worden gespecificeerd als: "Bibliam,
concordantias minores, historias scolasticas, de naturis
rerum, textum sententiarum, et primum sententiarum
Egidii". Zie ook P. Hendericx, 'De geschiedenis van de nor
bertijnenabdij in hoofdlijnen', in: J.C. Dekker Et K. Heyning
(red.), De Abdij van Middelburg (Utrecht 2006), 32, 286.
5. Elfriede Hulshoff Pol, 'The Library', in: Th.H. Lunsingh
Scheurleer and G.H.M. Posthumus Meyjes (eds.), Leiden
University in the Seventeenth Century, An Exchange of
Learning (Leiden 1975), 395-460, i.h.b. 397.
6. In totaal werden in de protestantse Nederlanden tus
sen 1575 en 1648 acht lllustre Scholen gesticht (Gent
1578; Dordrecht 1579 Et 1636; Harderwijk 1590; Mid
delburg 1611 Et 1650; Deventer 1630; Amsterdam 1632;
Utrecht 1634; 's-Hertogenbosch 1636; Breda 1646) en
vijf universiteiten (Leiden 1575; Franeker 1585; Utrecht
1636; Groningen 1614; Harderwijk 1648). Twee van deze
universiteiten waren als lllustre School begonnen. Zie
over het fenomeen van de lllustre School nader: Dirk van
Miert, Illuster Onderwijs. Het Amsterdamse Athenaeum in
de Gouden Eeuw, 1632-1704 (Amsterdam 2005), 25 e.v.
7. PJ. Meertens, Letterkundig leven in Zeeland in de zes
tiende en de eerste helft der zeventiende eeuw (Amster
dam 1943), 433-434.
8. Dit initiatief maakte deel uit van een bredere regeling
voor het onderwijs te Middelburg. Zie daarover nader:
Ordonnantie bybaillieu, burgemeesteren, schepenen ende
raedt der stede van Middelburgh op tstuck vande
Zeeuws preacademisch erfgoed
55