Jacob Quintus (1821-1906) en de Sheboygan Nieuwsbode: Een Zeeuws model voor de Nederlandstalige pers in Amerika Hans Krabbendam Honderdzestig jaar geleden was er een Zeeuwse krant te koop in New York. Tijdens het onderzoek naar specifiek Zeeuwse aspecten in de vierhonderd jaar dat Nederland en Amerika met elkaar verbon den zijn, stuitte historicus Hans Krabbendam op de Schouwse emigrant Jacob Quintus. Quintus bedacht het model voor een Nederlandstalige krant in de Verenigde Staten en ontwikkelde zich tot een echte krantenman. Dit onderzoek past in het her denkingsjaar van Henry Hudsons beroemde reis naar Amerika in 1609, waarover het Roosevelt Study Center in Middelburg, het onderzoeksinsti tuut voor Amerikaanse geschiedenis, gevestigd in de Abdij, het overzichtswerk publiceert onder de titel Four Centuries of Dutch-American Relations. Jacob Quintus, een onderwijzerszoon uit Zon- nemaire, heeft de Encyclopedie van Zeeland niet gehaald. Toch is hij om drie redenen een belang rijke schakel tussen Zeeland en Amerika geble ken. Ten eerste schiep hij met de Sheboygan Nieuwsbode het model voor de Nederlandstalige pers in Amerika. Ten tweede bieden zijn activitei ten een inkijkje in de informatiestroom van Zee land naar Amerika en de daaruit voortkomende emigratiepatronen. Ten derde geeft zijn loopbaan een antwoord op de vraag waarom het centrum van de Nederlandse immigrantengemeenschap in de Verenigde Staten niet in de staat Wisconsin kwam te liggen, zoals de bedoeling was, maar in de staat Michigan. Achtergrond Jacob werd op 24 december 1821 in Zonnemaire geboren als jongste zoon van een voormalig onderwijzer, Jan Quintus (1756-1823). Jacob heeft zijn vader niet bewust meegemaakt, want die stierf toen hij nog maar net één jaar was, op 66-jarige leeftijd. Zijn moeder Neeltje Slagboom volgde acht jaar later, in 1831, op 39-jarige leef tijd.' Zo was Jacob, de jongste in dit gezin van vier kinderen, al jong wees. Aan familie ontbrak het hem niet. Zijn vader was al in 1790 weduw naar geworden en had met zijn eerste vrouw vier Portret van Jacob Quintus (1821-1906) in de late negentiende eeuw. (tekening in Public Museum of Grand Rapids) kinderen. Drie halfbroers, van wie er twee in Zeeuws-Vlaanderen woonden, en een halfzus hadden al kinderen die ouder waren dan hij. Zijn eigen broers waren al aan de slag als timmerman en wagenmaker, terwijl zijn enige zus met een schilder getrouwd was. De Quintussen behoorden niet tot de armste inwoners van Schouwen. Dankzij de relaties van hun moeder hadden ze enkele waardevolle bezit tingen. Dat weten we uit een bericht uit het najaar van 1837 toen de notaris onroerend goed verkocht ten behoeve van de erven van Neeltje Slagboom: een huis met schuur en erf met nog een klein huisje in Zonnemaire, ruim drie hectare "koornland", en een klein aandeel in de Buiten- Meestoof in Brouwershaven.2 Jacob volgde de voetsporen van zijn vader en halfbroers en werd op achttienjarige leeftijd onderwijzer in de vierde rang. Dat betekende dat Jacob Quintus 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 17