Hi
Woonhuis van Jacob Quintus aan Prospect Street 18 in Grand Rapids, Michigan. Hij liet dit huis in 1859 bouwen, (foto Hans Krab
bendam, juli 2008)
kring op te bouwen, maar het succes van de She
boygan Nieuwsbode kon hij niet evenaren. Omdat
er geen exemplaren van deze kranten bewaard
zijn gebleven, kunnen we zijn ontwikkeling niet
verder volgen.
Ook in de politiek boekte hij weinig vooruit
gang. Hoewel Jacob in 1861 tot schoolopziener
werd gekozen, leden zijn volgende pogingen om
een gekozen ambt te bekleden schipbreuk.23
Zakelijk ging het Quintus echter voor de wind.
Hij handelde in grond, opende een notariskantoor
en zag zijn persoonlijk bezit in tien jaar tijd
groeien van 500 in 1850 tot 6.000 in 1860.
Nadat hij levensverzekeringen was gaan verko
pen en agent van stoomvaartmaatschappijen was
geworden, werd hij zelfs echt rijk: in 1870 rap
porteerde de ambtenaar van de volkstelling dat
hij 40.000 bezat.2'1 Ook bleef hij een centrale
plaats innemen in de Nederlandse gemeenschap,
hoewel hij kerkelijk zijn eigen weg ging. Hij ver
liet de Fountain Street Reformed Church voor de
Swedenborgianen, een mystieke variant van het
christendom. De viering van de vestiging van de
eerste Nederlandse kolonie in Michigan dertig
jaar eerder, vond plaats op 1 oktober 1877 in zijn
huis aan Prospect Street 18, in de beste wijk van
Grand Rapids.25
Het vertrek van Quintus uit Wisconsin bete
kende het voorlopig einde van de Nederlandsta
lige pers in deze staat. Pas in 1890 zou er weer
een Nederlandstalige krant, De Volksstem, ver
schijnen vanuit De Pere, vlakbij Green Bay, uitge
geven door een Vlaams-Nederlands duo ten
behoeve van de rooms-katholieke gemeenschap.
Het zwaartepunt van de Nederlandse protestantse
immigranten was inmiddels definitief in de staat
Michigan komen te liggen, rond de stad Grand
Rapids. Onbedoeld had de Sheboygan Nieuwsbode
daar een rol in gespeeld door de successen van
Michigan in andere staten rond te bazuinen. De
Nederlandse kolonie in de staat Wisconsin ont
wikkelde zich anders dan die in de omliggende
Jacob Quintus
109