Het boek is verdeeld in drie delen met de tref
fende titels Exploratie, Exploitatie en Extrapola
tie. Het eerste deel behandelt in acht hoofdstuk
ken de geschiedenis van de ontdekking van de
poolstreken, van de Middeleeuwen af tot het
moderne wetenschappelijke onderzoek toe. In het
luik Exploitatie valt de nadruk vooral op de
roemruchte, maar voor de poolstreken rampza
lige, Nederlandse walvisvaart. Ook het moderne
en snel groeiende pooltoerisme komt aan bod.
Het deel Extrapolatie richt zich op de onze
kere en weinig rooskleurige toekomst van de
poolstreken. Klimaatverandering, vervuiling" met
polycyclische aromatische koolwaterstoffen
(PAK's), massatoerisme en de jacht op bodem
schatten bedreigen zowel de natuur als de bewo
ners. In het laatste hoofdstuk wordt de noodzaak
van internationaal beheer van de poolstreken
onderstreept; voor veel bedreigingen komt dit
echter - als het ooit effectief wordt - al te laat.
Een belangrijk aspect van de poolstreken
komt alleen tussen de regels door aan de orde, en
dat is jammer. Dat is namelijk de onuitwisbare
indruk van majesteit en schoonheid die de arcti
sche en Antarctische landschappen op de
beschouwer maken. Ko de Korte is hierin het
meest expliciet. Hij noemt het de ervaring van
een volmaakte ruimte. En hij vraagt zich af, hoe
je de mengeling van geluk en weemoed die je
voelt als je aan de poolstreken denkt, aan ande
ren duidelijk kunt maken.
Weemoed is inderdaad het gevoel dat na
lezing van Tegenpolen achterblijft. In de aangrij
pende film over het door vergiftiging bedreigde
Groenlandse dorpje Uummanaqq zegt het meisje
Pipaluk: "Ze zeggen dat Uummanaqq de mooiste
plek van de wereld is" (en uw recensent kan dat
beamen). Ko de Korte noemt Ittoqqortoormiit, aan
de andere kant van Groenland, "landschappelijk
gezien de mooiste plek van onze planeet".
Het is inderdaad een onvergetelijke belevenis
om deze wereld te mogen ervaren. Maar tevens
besef je dan datje met deze ervaring zelf een bij
drage hebt geleverd aan de ondergang van de
poolwereld. Dan denk je weer aan de bekende uit
spraak van bioloog Midas Dekkers: "Wie de
natuur liefheeft, blijft thuis en leest een boek."
Tegenpolen bijvoorbeeld.
Ad Beenhakker
Herman Brusselmans, Rome in Zeeland, Middelburg
2009, 48 p., geïllustreerd. Verkrijgbaar bij het
Zeeuws Museum te Middelburg, 14,50.
Deze zomer was in het Zeeuws Museum de
tentoonstelling Rome in Zeeland te zien. De
tentoonstelling beoogde een beeld te geven van
aspecten (bewoning, religie, leger) van Zeeland in
de Late Ijzertijd en de Romeinse periode. Hierbij
werd gebruik gemaakt van voorwerpen uit onder
andere de collecties van de Stichting Cultureel
Erfgoed Zeeland en het Zeeuws Genootschap.
Naar aanleiding van de tentoonstelling ver
scheen een klein, mooi geïllustreerd boekje.
Enkele bladzijden hierin zijn gewijd aan onder
andere de Zeeuws-Romeinse geschiedenis en de
godin Nehalennia, maar de meeste ruimte wordt
ingenomen door een kort verhaal van Herman
Brusselmans. De Gentse schrijver liet zich inspi
reren door de vondst van een hondenschedel te
Grijpskerke. Wie hoopt op een bijzondere kijk of
verrassend nieuw gezichtspunt op Zeeland, zijn
geschiedenis of het Zeeuws Museum, komt bedro
gen uit. Integendeel, allerlei vooroordelen over
archeologie als schatgraverij en beroepsarcheolo
gen als wereldvreemde prikkebeentypes worden
nog eens doodleuk aangedikt. (Of de beschrijving
alleen ironisch is bedoeld, wordt niet duidelijk.)
Niettemin is het verhaal - en daarmee het boekje
- zeer genietbaar. Het is amusant, bij vlagen hila
risch, zit vol aardige invallen, heeft vaart en leest
vlot weg. Het leidt dus niet aan de oeverloosheid
die zo kenmerkend is voor veel van Brusselmans'
romans. Beklijven doet het verhaal echter niet.
Voor dezelfde prijs biedt men elders publieksuit-
g'aven aan met meer inhoud en diepgang.
Arco Willeboordse
120
Boekbespreki ngen