jgiinim» [üffi
dam. In Middelburg vormden de beste stukken de
kern van de zogenoemde Steenkamer van het
museum van het Zeeuws Genootschap, maar de
brokken kwamen terecht in een stal van de abdij,
waar Marie de Man op hoge leeftijd nog uit 25
stukken een altaar in elkaar wist te puzzelen,
maar wel met de verzuchting dat er tamelijk slor
dig mee was omgesprongen.
Het is curieus te zien met hoe weinig egards
er was omgegaan met een van de meest spectacu
laire archeologische vondstgroepen in ons land,
want ook vóór de blikseminslag lieten het beheer
en de expositie van de stenen te wensen over: ze
waren dik met kalk besmeerd, met algen begroeid
en voorzien van graffiti van bezoekers. De voor
zitter van het Zeeuws Genootschap, N.C. Lam-
brechtsen, signaleerde dat in 1804 maar kon daar
toen kennelijk weinig aan veranderen. U kunt dit
allemaal meer in detail lezen in het alleraardigste
boekje dat dr. P. Stuart in 2003 wijdde aan beide
grote Nehalennia-complexen, die van Domburg
en Colijnsplaat.'
Het is interessant te zien, hoe zelfs de belang
rijkste archeologische vondsten toentertijd min of
meer vogelvrij waren, welke tegenreacties Lee
mans' ongetwijfeld goede bedoelingen opriepen
en hoe het Zeeuws Genootschap uiteindelijk de
rol van schatbewaarder vervulde die het zich tot
taak had gesteld.
De oudste archeologie
De Domburgse stenen staan aan het begin van de
archeologische collectie van het Genootschap. Zij
laten zien dat de opbouw daarvan niet over rozen
ging. Het verwerven en beheren van oudheden is
geen sinecure. Voor de glamour - de exposabele
topstukken - valt dat nog wel mee, maar er is ook
altijd veel 'ballast': materiaal dat documentair
toch interessant is, 'materiële archiefstukken' van
onze oudste geschiedenis, die echter veroordeeld
zijn tot het depot of magazijn.
De oudste vondstdatum is evenwel verbonden
aan de helft van een altaartje, gewijd aan Hercu
les Magusanus, dat in 1515 bij Westkapelle zou
zijn opgevist en dat ook wel met de Domburgse
tempel te maken zal hebben.2 Bij zo'n oude vondst
hoeven we de plaatsaanduiding natuurlijk niet
letterlijk te nemen. We kennen maar weinig
oudere vondstmeldingen uit ons land. Eén daar
van is de mijlpaal die omstreeks 1500 bij Monster
of Naaldwijk is gevonden en die zich na enige
omzwervingen nu in het Rijksmuseum van Oud
heden bevindt.3 Een andere is de 'Brittenburg', die
in 1520 op het strand van Katwijk blootspoelde.
De ouderdom daarvan staat niet vast (Romeins of
Middeleeuws?), hoewel op afbeeldingen
Altaarsteen, opgedragen aan de godin Nehalennia, met ver
siering op de zijde, gevonden op het strand van Domburg,
gegraveerd en getekend voor de heer Ewoud van Dishoek,
onder het toezicht van Hendrick Canneg'ieter, oudheidkundige
te Arnhem. Tekenaar: P. van Dijk, graveur: F. de Bakker. (ZA,
Zei. 111. II 442-008)
Romeinse vondsten rond de plattegrond staan.
Die zijn echter zeker ten dele afkomstig van de
Roomburg, het Romeinse castellum ten oosten
van Leiden.4
Archeologie in de vroegste verzamelingen
Die vroege getuigenissen van de klassieken uit
eigen bodem konden rekenen op grote belangstel
ling van de intellectuele elite van die tijd en wer
den door adellijke machthebbers graag gezien als
bewijs van de afstamming van hun geslacht uit
de Romeinse tijd, dat alles tot meerdere eigen
roem en glorie. De zestiende en zeventiende eeuw
Archeologie
91