van bodemvondsten zijn gesticht, speciaal voor
het beheer van het uit opgravingen voortvloei
ende vondstmateriaal. In Zeeland is dat het PAD
(Provinciaal Archeologisch Depot), ressorterend
onder de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
(SCEZ). Ook de archeologische collectie van het
KZGW is daar ondergebracht, al is er in principe
een conservator van het KZGW die het beheer
voert.'s Een ander deel van de collectie is in
bruikleen gegeven aan het Zeeuws Museum in de
Middelburgse Abdij, waar de voorwerpen (met
name ook de Nehalennia-altaren) deel uitmaken
van de permanente expositie. Dat zijn handzame
en begrijpelijke oplossingen na het wegvallen van
het eigen expositiegebouw, maar het is ook een
stukje identiteitsverlies. Het eigen karakter van
die collectie oude vondsten, verzameld door de
pioniers van de Zeeuwse archeologie, dreigt ver
loren te gaan tussen al het nieuwe. Het is daarom
goed dat de archeologische collectie van het
KZGW nu digitaal is ontsloten. Dat past bij deze
tijd waarin alles virtueel wordt gemaakt. Dat is
ook prachtig, want daarmee is de collectie door
iedereen te raadplegen. We moeten ons evenwel
realiseren dat het echte voorwerp daarmee niet
overbodig geworden is. Het origineel blijft dat
unieke document, dat gemaakt en gebruikt is
door de mensen in het verleden zelf, waar weten
schappers monsters van kunnen nemen en dat
voor de toeschouwer die directe connectie legt
met dat verleden. Daar kan geen afbeelding of
afgietsel tegenop.
De toekomst
Laat ik een beetje provocerend eindigen, met de
vraag: "Hoe in de toekomst?" Natuurlijk, de col
lectie is museologisch interessant, vanuit de
optiek van de geschiedenis van het verzamelen,
en gelukkig is dat nu mooi virtueel te zien, maar
helaas niet meer in concreto. Moet het KZGW de
oude collectie in naam blijven beheren of moge
lijk het voorbeeld van andere plaatsen in weten-
schapsland volgen? Zou het niet veel praktischer
zijn om de ballast van het eigendom van de ver
zameling over te dragen aan de instanties die het
feitelijk beheer voeren, nu alles zo prachtig gedo
cumenteerd is, om dan zelf de aandacht te richten
op een meer moderne wijze van wetenschapsbe
vordering op het gebied van de archeologie?
Natuurlijk spreek ik slechts over de archeologi
sche collectie en geldt dit niet voor vele van de
andere waardevolle verzamelingen, zoals de Atlas
en de bibliotheek. Ik voorzie de reactie al, die
weinig zal verschillen van die op het initiatief
van Conrad Leemans, bijna 150 jaar geleden:
"Bemoei je met je eigen zaken, Zeeland zorgt wel
voor zichzelf." Ja, in het geval van de digitale
ontsluiting van de archeologische collectie, is dat
prima het geval.
Noten
1P. Stuart, Nehalennia, documenten in steen (Goes 2003),
speciaal p. 28, 34-37.
2. Idem, p. 25.
3. P. Stuart, Provincie van een imperium, Romeinse Oudhe
den in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden (Leiden
1986), p. 16.
4. Idem, p. 13.
5. E. Bergvelt, et ai (red.), De wereld binnen handbereik,
Nederlandse kunst- en rariteitenverzamelingen, 1585-
1735 (Zwolle 1992).
6. L. Byvanck-Quarles van Ufford, L.S. Reuder-Vies Et M.
Kamp-Heering (red.), Klassieke kunst uit particulier bezit:
Nederlandse verzamelingen, 1575-1975, tentoonstellings
catalogus Rijksmuseum van Oudheden, Leiden (Leiden
1975).
7. Website www.zeeuwsgenootschap.nl; R.A. Houkes, G.P.A.
Besuijen Et D.R. Stiller, Inventarisatie van de archeologi
sche collectie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen, Hazenberg AMZ Publicatie 2008-15
(Leiden 2008).
8. Website www.scez.nl.
94
Archeologie