Boekbesprekingen C. Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand. Zeeland en het centraal gezag (1566-1572), Verlo ren, Hilversum 2009. 272 blz., geïllustreerd. ISBN 978-90-8704-091-8, 25,-. Als je afgaat op de enorme hoe veelheid literatuur die in de loop der eeuwen over de Nederlandse Opstand of Tachtigjarige Oorlog is verschenen, vraag je je altijd weer af wat de meerwaarde is van alweer een boek over dit onderwerp. Voegt een nieuwe studie nog iets toe aan onze kennis van de Neder landse Opstand? Komt de auteur met nieuwe gezichtspunten? De indrukwekkende bibliografie en het vele archiefmateriaal dat C. Rooze-Stout hamer in verschillende plaatsen en landen heeft opgediept, scheppen in dit opzicht de nodige ver wachtingen. En... de schrijfster heeft me in dat opzicht niet teleurgesteld. Integendeel, zelfs. Rooze-Stout hamer is goed ingevoerd in haar onderwerp. In 1996 promoveerde ze op een studie naar de Hervorming in Zeeland en van dit werk maakt ze in haar nieuwe studie dankbaar gebruik. In de beschrijving van de algemene factoren die in de tweede helft van de zestiende eeuw tot de Opstand tegen het Habsburg'se gezag hebben geleid, heeft de schrijfster niet veel nieuws te bie den. Voor het algemene verhaal kan een lezer waarschijnlijk beter terecht in het onlangs ver schenen werk van S. Groenveld e.a. over de Tach tigjarige Oorlog, een samenbundeling en update van de twee eerder verschenen boeken De Kogel door de Kerk (1979) en De Bruid in de Schuit (1985). Het is overigens vreemd dat deze werken in de uitvoerige literatuurlijst ontbreken. De waarde van deze studie ligt in de speci fieke details die de auteur over de situatie in Zee land aandraagt. Rooze-Stouthamer beschrijft op indringende wijze de gebeurtenissen in de belangrijkste Zeeuwse steden in de bewogen jaren 1566-1572, waarbij een cruciale rol was wegge legd voor Vlissingen, de eerste Zeeuwse plaats die de zijde van de opstandelingen koos. In geuren en kleuren wordt de harde strijd beschreven die de burgers vaak onderling voerden. Voor welke par tij een stad koos, hing af van een aantal factoren. Allereerst de houding van de plaatselijke schutte rijen. Welke zijde kozen zij in de strijd? En dan het gedrag van de soldaten. Van wie hadden de stedelingen meer te vrezen: van de geuzen of van de Spanjaarden? De angst voor inkwartiering van vreemde soldaten was altijd aanwezig en die angst was begrijpelijk gezien de enorme last die dit met zich meebracht. Niet alleen moesten de stedelingen voor voedsel en onderdak zorgen, ze moesten ook meehelpen met de aanleg van de stadsfortificaties. Daarnaast wogen economische belangen zwaar mee. Dat de vissers in Vlissingen zich bij de geuzen aansloten, zal eerder te maken hebben gehad met het gegeven dat de geuzen de zee beheersten dan met een politiek of religieus gemotiveerde houding. In het boek komt het strategisch belang van de Zeeuwse eilanden goed uit de verf. Natuurlijk was Walcheren als toegangspoort tot Antwerpen en de rest van Zeeland belangrijk, maar dit gold evenzeer voor de andere Zeeuwse plaatsen en het is dan ook volkomen terecht dat Rooze-Stoutha- mer uitgebreid ingaat op de situatie op Schouwen en Zuid-Beveland. De stukken over het beleg en de ontzetting van Goes behoren tot de fraaiste van het hele boek. Niet alleen geïnteresseerden in Zeeuwse geschiedenis komen in het fraai uitgevoerde boek aan hun trekken. Het verhaal is zeker ook van belang voor mensen met belangstelling voor de algemene geschiedenis van de Tachtigjarige Oor log. Zo toont het overduidelijk aan dat de oorlog een zuivere burgeroorlog was, waarbij geen lan den of volken, maar burgers tegenover elkaar stonden. "Het volck was niet eensgezint", schreef de Middelburger Pieter Joossen over Arnemuiden, en dat was volgens de schrijfster overal zo. Net als in de Amerikaanse Burgeroorlog liepen de scheidslijnen soms dwars door families. Voor vakhistorici is dit ongetwijfeld een open deur, voor mensen die de Tachtigjarige Oorlog nog De tut de opmaat Opstand ij 116 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 30