iana I8.4
rest van de bevolking mocht er niet in. Van deze
beperkte toegang en van de medefinanciering
door burgers is echter noch in de raadsnotulen,
noch in de geraadpleegde correspondentie enig
bewijs gevonden. Voor deze overlevering' is dan
ook geen bevestiging in de archiefstukken te vin
den.20 De hekken dienden waarschijnlijk eerder
gewoon ter voorkoming van diefstal en vernie
ling. Er was in die tijd veel armoede in de stad en
het nieuwe plantsoen liep het risico door de arme
bevolking' op brandhout te worden geplunderd.
Cornelis Daane, die het onderhoud van het
park in 1831 voor zes maanden op zich nam,
moest er onder meer dagelijks voor zorgen dat
"aan het plantsoen, of de boomen, geene de min
ste schade door kwaadwilligheid wordt toege-
brag't". Daartoe moest hij zo veel mogelijk "van
den morgen tot den avond" zorgen dat er iemand
aanwezig was om toezicht te houden.30 Het jaar
erna werd het onderhoud van het park voor vijf
jaar aanbesteed aan hovenier Jan van Sas, onder
soortgelijke voorwaarden.
Financiën
De aanleg van de Wandeling" drukte zwaar op het
budget van de stad en er moest dan ook creatief
met het geld worden omgegaan om alle rekenin
gen te kunnen betalen. Een deel van het beno
digde g'eld was in 1830 al voorgeschoten uit het
budget voor onvoorziene uitgaven en toen de
gemeente een rekening' van 513.97V2 gepresen
teerd kreeg voor de ijzeren hekken, het plaatsen
ervan en transportkosten, was er geen geld meer
voorhanden om die te voldoen. Bij wijze van uit
zondering' mocht dat bedrag' worden betaald uit
de post onvoorzien, hoewel de gemeente eigenlijk
tegen de regels had gehandeld door een uitgave te
doen die niet begroot was. Gedeputeerde Staten
maanden de gemeente wel om zich voortaan aan
de regels te houden, "vooral in den teg'enwoordi-
gen tijden, in welke de plaatselijke kassen meestal
met buitengewone uitgaven worden belast, en dus
het maken van niet volstrekt noodige onkosten,
behoort te worden vermeden".32
Ook de verantwoording van de uitgaven
baarde Gedeputeerde Staten zorgen. Daarom
vroegen ze kwitanties van uitbetaald arbeidsloon
te tonen. Het stadsbestuur kon daar echter g'een
gehoor aan geven omdat het niet doenlijk was
"van eiken arbeider die een halven dag, een dag'
of meer heeft gewerkt" kwitanties te laten teke
nen "daar velen van hun zelf niet schrijven of
teekenen kunnen".3' Hieruit blijkt dat er daglo
ners werden ingehuurd. In hoeverre dit hele pro
ject ook diende als armoedebestrijding', komt niet
uit de stukken naar voren. In andere steden was
de aanleg' van walplantsoenen soms vooral inge
geven door de noodzaak om armen van werk en
inkomen te voorzien tijdens de wintermaanden.
Dit zal in Zierikzee ongetwijfeld ook een rol heb
ben gespeeld, want er was in die tijd veel
armoede in de stad.
Gedeputeerde Staten waren enigszins gealar
meerd door de grote uitgaven van Zierikzee en
verzochten in februari 1832 om een overzicht van
de tot dan toe gemaakte kosten. Deze bedroegen
volgens stadsarchitect Ribbe toen al meer dan
3.773 gulden, meer dan 1.200 gulden boven de
oorspronkelijke begroting. En wederom moesten
Gedeputeerde Staten toestemming verlenen om de
uitgaven bij de post onvoorziene uitgaven onder
te brengen.34
En dan had ook nog eens de aannemer Note-
baard niet aan zijn financiële verplichtingen vol
daan. Hij had de muren gekocht en zich verplicht
tot het "het slegten en applaneeren der wallen het
uitdiepen der gracht tusschen de Haven en Nobel-
poorten enz.", maar had twee jaar later de koop
som nog" steeds niet volledig betaald.35 Verschil
lende keren verzochten hij en zijn borgen om
uitstel van de betalingsverplichting', maar ze
kregen telkens nul op het rekest. Zelfs een
beroep op het provinciebestuur kon niet baten.
In 1832 besloot Zierikzee een gerechtelijke
procedure teg'en Notebaard te beginnen, nadat
alle andere middelen om het geld te krijgen,
hadden gefaald.36
Uitspanning
In het park heeft heel korte tijd een uitspanning
gestaan van Johan Hendrik Bucker. Deze was de
uitbater van de herberg te Schuddebeurs, een
vaste pleisterplaats voor Zierikzeeënaars die een
rondrit over het eiland maakten en waar op feest
dagen drukbezochte muziek- en sportevenemen
ten plaatsvonden.
De uitspanning in de Wandeling' werd in sep
tember 1835 feestelijk geopend: "J.H. Bucker,
maakt door deze bekend, dat deszelfs geheel
nieuw gebouwd Lokaal, op de Nieuwe Wandel-
"Zeer bevallige wandelingen
129