Hij brak zijn tanden op basalt groef gaten in graniet joeg als een schicht langs de regenboog achter een schijnvrij woord omhoog en greep daar en passant wat wolkenlicht hij stortte neer in de diepe zee zwom naar de horizon maar dreef terug naar waar hij eens begon; daar staat hij tussen tijd en ogenblik zijn ogen naar de hemel zijn voeten in het slik

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 20