Als mijn gedachten schipbreuk lijden zoek ik de grenzen van het land waar, na het wisselen der getijden, de zee haar afdruk laat in zand, waar ik door strakke rijen palen, wanneer het land verzadigd ligt, steeds nieuwe leegten in kan dwalen en vochtig zand mijn stappen dicht, daar, waar de branding haar geruis en immer nieuwe schuimpatronen spoelt over blinkend schelpengruis, worden mijn woorden weggezogen; daar laat mijn wankel, zinkend brein zijn wrakhout aan de waterlijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 21