Leen de Broekert in 2003, achter het orgel van de dorpskerk
Gapinge. (foto Liesbeth Binkhorst)
Het voornemen bestaat, deze de komende jaren te
publiceren. Waarschijnlijk zullen ook een aantal
nog niet uitgebrachte geluidsopnamen het licht
zien.
Activiteiten bij het Zeeuws Genootschap
Voor het Genootschap heeft Leen de Broekert in
1999, 2004, 2006 en 2007 vier series van vier
lezingen verzorgd. Onder de uitdagende titel 'Wie
is er bang van hedendaagse muziek?' gaf hij bij
voorbeeld in de winter van 2006 een viertal col
leges over moderne klassieke muziek, een genre
waarmee men hem op het eerste gezicht mis
schien niet onmiddellijk zou associëren. (Leen
had zijn onvermoede muzikale voorkeuren; zo
was hij een groot liefhebber van opera, en vooral
van Wag'ner.) In de eerste voordracht behandelde
hij de componisten van de Tweede Weense
School, Arnold Schönberg, Alban Berg en Anton
von Webern, die hij, spelend met hun voornamen,
de AAArtsvaders van de moderne muziek
noemde. In het tweede college g'ing' hij in op de
"wijzen uit het Oosten", zoals hij hen noemde:
Stravinsky, Sjostakovitsj en Sofia Goebajdoelina.
Van de laatste citeerde hij een uitspraak die ook
de zijne had kunnen zijn: "Kunst is voor mij uit
sluitend een middel om iets uit te drukken dat
groter is dan wij. Als ik het religieuze zou schei
den van het muzikale, zou muziek voor mij bete
kenisloos zijn." De derde openbare voordracht
was gewijd aan de Franse modernisten Messiaen
en Bouiez. Leen typeerde hun werk met de woor
den Hemelse Visioenen en Darmstadtse Dogma's.
Messiaen, die met Bach en Franck tot de grootste
orgelcomponisten behoort, noemde hij een mys
tieke visionair, terwijl hij Bouiez, die samen met
Stockhausen in Darmstadt een generatie compo
nisten als muzikale avant-g'arde heeft gevormd,
als een nuchtere, traditionele boekhouder kwali
ficeerde. In het slotcollege, gegeven op 10 febru
ari 2006 en getiteld 'Een nieuwe wereld van
muziek', kwamen Charles Ives, Steve Reich en
John Adams aan de orde.
Leens voordrachten waren boeiend en leven
dig, en zij getuigden van zijn gedrevenheid als
musicus. Wie hem wel eens coram publico heeft
horen spreken, weet dat hij zich verre hield van
droog, geleerd vertoog waarin hij zich niet meer
om de luisteraar bekommerde. Het was hem er
niet om te doen, eigen kennis of kunde te etale
ren, en toch leerde je heel veel van hem. Met
onverwachte grappen en goed gekozen anekdotes
en citaten die tot de verbeelding spraken, wist hij
het publiek in zijn verhaal te betrekken en de
aandacht van zijn luisteraars vast te houden. Wie
wel eens in het openbaar spreekt, weet dat zoiets
niet gemakkelijk is. Maar Leen kon het hij
bezat de gave van het woord - en hij kon het uit
stekend. Als je hem had gehoord, wasje wijzer en
had je gelachen.
Ten behoeve van de Werkgroep Muziek, waar
van hij in de jaren tachtig vice-voorzitter was,
heeft hij zich ingezet voor de aanschaf van het
klavecimbel en de Weense vleugel van het
Genootschap.
Overige activiteiten
Door de jaren heen verzorgde Leen ook voor
andere instellingen dan het Genootschap tal van
lezingen en inleidingen tot concerten: de Middel
burgse kerken (jaarlijkse serie Muziek en Religie),
de Stichting voor Oude Muziek Incanto, boekhan
del De Drvkkery en de afdeling Muziek van de
Zeeuwse Bibliotheek konden allemaal op hem
rekenen. Nog in de winter van 2008-2009 gaf hij
een paar voordrachten over enkele grote interpre
ten van de twintigste eeuw, te weten de cellist
Casals, de violist Kreisler, de pianist Cortot en de
dirigent Furtwangler. Zijn laatste openbare
lezing, over de Engelse barokcomponist Henry
Purcell, gaf hij op 26 maart 2009 in de Zeeuwse
Bibliotheek.
In memoriam Leen de Broekert
147