ongetwijfeld moeten hebben voorgedaan in een grote tijdspanne van twee eeuwen. En dan heb ik nog een paar kleine punten van kritiek. Ofschoon Middelburg als grotere stad buiten het onderzoek valt, trakteert de schrijver ons toch op de nodige voorbeelden van gilden uil Middelburg. Hoewel de literatuurlijst indrukwek kend is, mis ik een paar studies. Ik denk hierbij aan het algemene overzichtswerk van E.H. Koss- mann over de geschiedenis van de Nederlanden. Volgens Kossnrann vormden de gilden een belem mering voor de groei van de economie. Gold dit ook voor Zeeland? Verder speurde ik vergeefs naar het artikel van archivaris F.H. de Klerk over de geschiedenis van het Goese bierdragersgilde. Deze punten van kritiek betekenen echter niet dat ik geen waardering heb voor het vele werk dat de schrijver heeft verzet. Alleen al het vele niet eerder gepubliceerde feitenmateriaal over de geschiedenis van de Zeeuwse gilden maakt het boek tot een aanwinst voor iedereen die geïnte resseerd is in de geschiedenis van Zeeland. Het feit dat de aandacht nu eens niet is gericht op Middelburg, maar op een aantal kleinere Zeeuwse steden, geeft het werk alleen maar meerwaarde. Albert L. Kort Jan J.B. Kuipers, Kleine Leviathan, Mechelen (uit geverij Verschijnsel) 2009, 134 pagina's, paper back, ISBN 978-90-78720-22-5, 11,95 "Gij weet dat het ganse verschil tussen een histo rie en een roman dikwijls daarin bestaat, dat de eerste waarheden behelst die niet waarschijnlijk zijn, in plaats dat de laatste verdichtsels begrijpt die behendig alle schijn van waarheid zijn gege ven." Met dit motto, een uitspraak van Justus van Effen, geeft Jan J.B. Kuipers de essentie van zijn nieuwe roman Kleine Leviathan weer. Kuipers speelt in zijn achttiende-eeuwse klucht met de vragen wat is geschiedenis, wat is waarheid en hoe kunnen deze twee door ieder individu worden vormgegeven? Kleine Leviathan kan op twee manieren gele zen worden: met en zonder voorkennis. Op de achterflap staat geschreven: "Kleine Leviathan is gebaseerd op de lotgevallen van Abraham Mag'(g)aris, een historische figuur." Geen histo rica zijnde had ik nog nooit van deze figuur gehoord. Ik was dus lezer zonder voorkennis. Laat ik mijn eerste leeservaring weergeven. Zonder voorkennis belandde ik midden in een rococotijdperk waar van alles gebeurde waar ik geen weet van had. Wollig taalgebruik deed me eerst even slikken, maar kon ik later wel waarde ren. Een zin als "De meeste andere dames van belang in Breeuwershaven waren, ik geef toe, mede door mijn verwaarlozing van clientèle, in hun oude achterlijkheid en argwaan teruggeval len, en zochten hun heil weer bij de vulgaire praktijken van purgatie en aderlating" (p. 79) past wel bij het tijdperk. Maar door dit omfloerste taalgebruik bleef de a fstand tussen mij en de hoofdpersoon g'root. Ik kon me niet identificeren met Abraham Mag(g)aris, in Kleine Leviathan genaamd Johannes Kamerink. Daardoor kwam ik er ook pas laat achter dat Kamerink een oplichter was. Je zou kunnen zeggen: Johannes wist zelfs de lezer op te lichten. Zonder voorkennis was Kleine Leviathan een spannende klucht. Kamerink belandt in het stadje Breeuwershaven. Hij zegt dokter te zijn en een bul in de medicijnen te bezitten. Dit alles zou hij in Rhijnberg verworven hebben. Aldaar was hij tevens lid van de kerkelijke gemeenschap. En in Rhijnberg woont zijn zuster, die veel geld bezit door de handel die Kamerink samen met haar had gedreven. Een succesvol man dus. De dorpelingen ontvangen Kamerink (bijna) allemaal met open armen. Hij geneest verschillende vrouwen op wonderbaarlijke wijze, met de klisteerspuit die hij zegt te hebben gekregen van Frederik II van Pruisen. En hij trouwt de dochter van de burge meester. Maar dan raakt de vrouw van de stads secretaris zwanger en blijkt het kind van Kame rink te zijn. Het wordt ook nog eens dood geboren en ziet eruit als een kleine 'leviathan', een kleine duivel. Vanaf dat moment groeit de achterdocht Boekbesprekingen 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2009 | | pagina 41