D<^ exx"*-v
pJFTTP
Wandelen en kunst
18.4
Schouwen-Duiveland komt er vaak wat bekaaid
afin dit blad, maar over deze jaargang van
Zeeland hebben de Schouwenaars niet te klagen.
Nadat in het vorige nummer de archeologische
collectie-Hubregtse werd belicht, is in dit
nummer een verhaal gewijd aan de aanleg van
een wandelpark op de middeleeuwse wal rond
Zierikzee. Het was in de eerste helft van de
negentiende eeuw de eerste keer dat dat in de
provincie gebeurde. Martin van den Broeke,
beleidsmedewerker landschap en cultuurhistorie
bij het ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, beschrijft de ontstaansgeschie
denis van het park. Sindsdien is veel veranderd,
maar het park is er nog steeds. Het is een lang
artikel geworden. Maar het is dan ook een lange
wandeling.
Het traditionele kunstkatern in het winternum
mer is deze keer gemaakt door een bijzonder duo.
Tekstredacteur Bert Gerestein bracht dichter
Anton van Boven, geboren in 1926 in Vlissingen,
in contact met de in 1991 in Vlissingen geboren
student civiele techniek en fotograaf Martijn
Hollestelle. Hoewel de twee elkaar niet lijfelijk
hebben ontmoet, ontstond door de bemiddeling
van Gerestein een bijzonder katern van teksten
en beelden.
Voormalig leraar Engels Anton van Boven
woont al jaren buiten Zeeland, maar hij komt nog
regelmatig naar Walcheren. Hij publiceerde in
eigen beheer twee dichtbundels: Zoutkristallen
(1997) en Voorbij de tijd (2009). Van Boven vindt
het 'een leuke gedachte' dat zijn verzen worden
afgedrukt in combinatie met foto's van een jonge
Zeeuw.
Martijn Hollestelle is sinds ruim twee jaar
actief als fotograaf. Recentelijk exposeerde hij in
multimediawinkel De Drvkkery in Middelburg.
Daar werd zijn werk als volgt gepresenteerd: "De
omgeving heeft hem altijd gefascineerd en al snel
kwam hij erachter dat zijn passie dan ook schuilt
in landschapsfotografie. Zijn doel is niet om een
zo realistisch mogelijke foto te maken, maar met
behulp van belichting en compositie probeert hij
de sfeer van de omgeving en zijn gevoel daarbij
vast te leggen."
Redacteur van Zeeland Frits Smulders schreef een
in memoriam voor de Zeeuwse musicus Leen de
Broekert. De pianist, klavecinist, organist en
pedagoog overleed eerder dit jaar op 60-jarige
leeftijd in zijn woonplaats Middelburg. Zijn bete
kenis voor de Zeeuwse (en Nederlandse) muziek
wereld was groot. Verder speelde de door velen
als een beminnelijk mens omschreven De Broe
kert een grote rol in het Genootschap.
Truus Trimpe Burger biedt de lezers in haar
rubriek Aanwinsten weer een blik over de
(provincie-)grenzen. Hoewel de signalering van
het Jaarboek van de Heemkundige Kring West-
Zeeuws-Vlaanderen niet ontbreekt, klinkt een
Belgische bijdrage toch spannender: Het Konink
lijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
rapporteert over nieuwe soorten Cyprideis in het
Tanganyikameer.
De rubriek Genootschapszaken blijft dichter
bij huis. De site van het KZGW (www.zeeuws
genootschap.nl) wordt uitgebreid met een aantal
thema's. Voornaamste doel daarvan is om de over
verschillende instanties verspreide genootschaps
collectie virtueel weer bij elkaar te brengen. De
gebroeders Naerebout bijten het spits af met hun
reddingsoperatie voor het schip de Woestduyn in
1779 bij Westkapelle.
Ook de rubriek recensies neemt weer een aantal
bladzijden in beslag. Ondanks de hier eerder
geconstateerde malaise op de markt voor het
Zeeuwse boek, verschijnen toch nog veel titels
die de moeite van het bespreken waard zijn.
Eric-Jan Wetering's
Introductie
121