\chfrtk .//AMI cc<t eh-ffac/i ^///i -u'^4
o g
a/c a
- C'J'^xS-
uiK.- a... oM:.'. a
^^7
h fr*
t
A/*-»*-
Lt9
1
fie
'Lijstc van de doode negers Ao. 1733' uit het 'klad(negotie)boek' bijgehouden tijdens de reis naar Angola en Curasao aan boord van
het fregat Hof van Zeeland. Zeeuws Archief, Archief Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC), toegang 20, inv.nr. 575.
aangelegenheid. Toen de vraag naar suiker, koffie
en cacao halverwege de achttiende eeuw steeg,
nam het aantal plantages daar snel toe. Om aan
de groeiende vraag te blijven voldoen, waren veel
goedkope arbeidskrachten een voorwaarde. Ook
planters waren dus gebaat bij een geregelde sla-
venaanvoer.49
Bovendien had de slavenhandel een spin-off
naar andere economische sectoren in de Repu
bliek, een ontwikkeling die al aan het eind van
de achttiende eeuw werd onderkend. Volgens een
resolutie van de Staten-Generaal uit 1789 was de
slavenhandel "een der voordeligste takken van
commercie, in zooverre die zijn invloed verspreyd
over een menigte van fabryken en manufacturen,
welke debiet daardoor word vermeerdert".50 Ook
Zeeland kende een achttiende-eeuwse nijverheid
voor de verwerking van koloniale producten. Zo
waren er op Walcheren verschillende suikerraffi
naderijen gevestigd, waar de eerder genoemde
Daniël Radermacher een flink aandeel in bezat.51
De belangrijkste sector was de cacao- en chocolade
nijverheid. Aan het eind van de achttiende eeuw
telde Zeeland vijftien cacaomolens, waarvan
twaalf in Middelburg. Daarmee was 63 procent
van de landelijke cacaoverwerking in Zeeuwse
handen.52
Besluit
Na vijftig jaar internationaal onderzoek kan een
voorlopige balans over de trans-Atlantische sla
venhandel worden opgemaakt. Nederlandse sla
venhalers hebben naar schatting 600 duizend
slaven uit Afrika geëxporteerd. Dat is circa vijf
procent van de totale trans-Atlantische slavenex-
port uit Afrika. Aanvankelijk bleef de Zeeuwse
betrokkenheid bij de slavenhandel beperkt tot
haar verplichting binnen de W1C. Aan het eind
van de zeventiende eeuw tekende zich een kente
ring af. Zeeuwse lorrendraaiers, gevolgd door
vrijhandelaren, werden de belangrijkste partici-
Zeeuwen en de slavenhandel
11