door de polemiek ernstig geschaad. Dit blijkt onder meer uit het feit dat D'Outrein in zijn popu laire catecheseboekje Korte schets, waarin hij in de eerste uitgaven een boek van Van Leenhof in positieve zin aanhaalde, dat in de latere drukken niet meer deed. Voor Van Leenhof brak er nadien geen 'hemel op aarde' aan. De roep om zijn afzetting bleef klinken. Hoewel de magistraat van Zwolle hem lang de hand boven het hoofd hield, bleek dit op den duur niet vol te houden. In 1711 heeft Van Leenhof daarom zijn ambt neergelegd. Een jaar later overleed hij. Schilderij In de consistoriekamer van de Grote of Sint Michaelskerk te Zwolle hangt een groot schilderij dat in 1691 is vervaardigd door Hendrik ten Oever. Van Leenhof is hierop samen met zijn toenmalige collega's afgebeeld. Met een breedge rande hoed en een ganzenveer in de hand zit hij achter de vergadertafel. Als ik me als predikant gereedmaak om in deze kerk een dienst te leiden, wat regelmatig gebeurt, kijk ik altijd even naar de man uit Mid delburg. Dat geeft me als oud-inwoner van deze stad een gevoel van verbondenheid. Maar ik wil ook ronduit uitspreken dat ik me theologisch meer verwant weet met die andere Middelburger: de man die een schuit een schuit noemde. Noten 1. P.J. Meertens, 'De Zeeuwen, de Nederlandse volskarakters' (1938), in: Meertens over de Zeeuwen, Middelburg 1979, 193-194, geeft een uitvoerige beschrijving van deze oude zegswijze en verwijst onder meer naar Cats die dichtte: "Wy zijn rondt, en daer toe goet, dats van oudts een Zeeuws gemoet." 2. Voor uitvoerige biografische gegevens, zie: M.R. Wielema, 'Frederik van Leenhof en het probleem van de Spinozisti- sche Verlichting' in: Ketters en verlichters, de invloed van het Spinozisme en Wolffianisme op de Verlichting, 1999 (z.p.), 50-69. Zie ook: Michiel Wielema, The March of the Libertines, Spinozists and the Reformed Church 11660- 1750), Hilversum 2004. 3. Voor uitvoerige biografische gegevens, zie: R.B. Evenhuis, 'D'Outrein, Johannes', in: Biografisch Lexicon voorde geschiedenis van het Nederlandse Protestantisme, deel 1 Kampen 1983, 237-239; H. de Jong, 'Johannes d'Outrein (1662-1722) Et de coccejaanse traditie', in: Syllabus bij de 7e Wintercursus van de SSNR 'Voetianen en Coccejanen in de Nadere Reformatie', Veenendaal 2002. 4. Zie: J. van Sluis, 'Het omzwaaien van Johannes vander Waeyen', in: E.G.M. Broeyer en E.G.E. van der Wall (red.), Een richtingenstrijd in de Gereformeerde Kerk, Zoetermeer 1994, 95-103. 5. Aanwezig in de Atheneumbibliotheek te Deventer (nr. H 736). 6. De volgende publicaties zagen onder meer het licht: F. Bomble, Brief aan de Heer Fred, van Leenhof, Amsterdam 1703; F. Burmannus, 't Hoogste goed der Spinozisten, vergeleken met de hemel op aarde van den heer Fredericus van Leenhof, Enkhuizen 1704; J. Creyhton, De hemel op aarde, geopend voor alle ware christenenAmsterdam 1704; [M. Leydekker] Den ingebeelde hemel op der aarde, beschreven doorD.F. van Leenhof, Utrecht 1704; P. Hamer, Missive over den hemel op aarde van den Heer F. van Leenhof, met een kleine reflexie op de zogeneemde Hebreeen, Dordrecht 1704;T.H. van den Honert, Briev aan den Heer Fredricus van Leenhof, wegens zijn Hemel op aarde, Amsterdam 1703. 7. Johannes d'Outrein, Gods betuiging tegen Israel, psal. LXXXI:14-17 op onse tyden en zeden toegepast, Amster dam 1704. 8. Aanwezig in de Atheneumbibliotheek te Deventer (nr. H 256). 9. Fredericus van Leenhof, Den Hemel op Aarden opgehel- dert, Zwolle 1704, 99-100. 10. Aanwezig in de bibliotheek van de PTU te Kampen (nr. 121 D 19). 11. Een groepering die in die dagen eveneens grote onrust in de kerk veroorzaakte, zeker te Middelburg. Zie: M.R. Wie lema, Ketters en verlichters, 17-34. 18 Goed rond, goed Zeeuws"

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 20