zeeland 19.1
In memoriam Jacques Moraal
Erik van der Doe
Op 28 december 2009, twee dagen voordat hij 81
jaar zou worden, overleed onverwacht in zijn
woonplaats Vlissingen Jacob Marinus Moraal. De
crematieplechtigheid vond in besloten kring
plaats.
Jacques Moraal is enkele decennia lang actief
geweest in het Zeeuws Genootschap. Van 1980 tot
1992 was hij namens de werkgroep Geologie lid
van het algemeen bestuur van het Genootschap.
Van de werkgroep was hij bestuurslid van 1980
tot 1993. In diezelfde tijd zat hij namens het
Zeeuws Genootschap in het bestuur van de Stich
ting Zeeuws Museum. Toen hij in 1994 na twaalf
jaar daarmee stopte, wist hij mij over te halen
hem op te volgen - en nog lang is zijn inbreng in
de vergaderingen gememoreerd. Ook voor zijn
andere functies vond hij zelf opvolging. Na zijn
terugtreden uit het algemeen bestuur werd hem
de erepenning van het Genootschap uitgereikt.
Geboren en opgegroeid in Den Haag, kwam
Jacques Moraal in 1957 met zijn vrouw en oudste
zoon naar Zeeland. In 1966 werd hij lid van het
Zeeuws Genootschap. Zijn eerste activiteiten
waren die bij de werkgroep Geologie, waarvoor
hij in de loop der jaren tal van lezingen en excur
sies verzorgde. Hij nam al in hetzelfde jaar de
organisatie op zich van de eerste excursies van
de net opgerichte werkgroep Geologie (toen nog
geheten werkgroep Paleontologie en waarvan hij
tot 1973 bestuurslid was). De excursies met
opgravingen beperkten zich niet tot Zeeland en
gingen regelmatig over de landsgrenzen heen.
Jacques Moraal had geen academische achter
grond, wel had hij tal van contacten in de weten
schappelijke wereld. Hij was een amateur in de
ware betekenis, een liefhebber. Hij was een man
van het werk zelf, van dingen doen, en niet
zozeer een bestuurder. Liever had hij vuile laar
zen aan dan een schoon pak. Hij was niet te
beroerd om klusjes op te knappen of tentoonstel
lingen in te richten, zoals die van de gouaches
van Piet Bulthuis over de Ramp in 1988 en de
jubileumtentoonstelling Spiegel van de tijd in
1994 (waarvoor hij ook een bijdrage leverde in de
gelijknamige catalogus).
Zijn grote liefde lag bij de voorwerpen, de
verzamelingen van het Zeeuws Genootschap.
Vroeg gepensioneerd als zeeman kreeg hij meer
tijd voor zijn interesses en voor het Genootschap.
In 1987 werd hij waarnemend conservator Fos
siele botten. Omdat er voor deze afdeling ook nog
een aparte conservator was benoemd, werd het
een soort duobaan. Zelf omschreef hij zijn rol als
"belast met de verzorging en registratie van de
paleontologische verzameling op het gebied van
de fysische geografie".
De jaarlijkse bottentochten op de Wester-
schelde met de Zierikzeese mosselkotter van de
familie Schot, waarvoor hij in 1996 het initiatief
had genomen, waren voor hem hoogtepunten. Als
oud-loods kende hij de Westerschelde op zijn
duimpje. Beschermend hield hij de aanwezigen
weg bij de slingerende kor, die de miljoenen jaren
oude fossielen van zeezoogdieren uit het Plioceen
en Mioceen, veelal uniek in Nederland, op het
dek stortte. Na terugkomst begon voor hem het
werk van het selecteren, schoonmaken, conserve
ren en registreren van de vangst. Qua inzet, zelfs
In memoriam
31