Boekbesprekingen
Ans Dingemanse-Dieleman, Daan Hengst en
Marjan Minderhoud-Simonse, Schetsplezier.
Denis Galloway (1878-1957), schilder, etser,
tekenaar, fotograaf. Westkapelle, Dijk- en Oorlogs
museum Polderhuis 2009, 108 blz., rijk in kleur
geïllustreerd, literatuuroverzicht. ISBN 978-90-
79210-03-9. 24,95.
In het voorjaar van 1914 verschijnt in het dijk
werkersdorp Westkapelle een vreemde figuur: een
kunstschilder, en nog een Engelsman ook. Dat
was iets heel bijzonders, want hoewel het nabu
rige Domburg al een tijdlang een reputatie genoot
als badplaats en schildersdorp, lieten vreemdelin
gen zich maar zelden in het geïsoleerde Westkap-
pel zien. Het werd zelfs nog gekker: de excen
trieke Denis Galloway bleef op het dorp en werd
geaccepteerd. Aanvankelijk woonde hij in café
Het Kasteel van Batavia, later in een hoekje van
de zolder van het café van de familie Kaland, en
ten slotte in een eigen huisje in d'Arke, zijn 'hutje
aan de zee'. Al spoedig won hij het vertrouwen
van de bevolking. Hij leerde verbluffend snel en
goed Nederlands (nog in 1955 kon hij vrijwel
foutloze Nederlandse brieven schrijven) en mocht
een hapje mee-eten. De kinderen waren altijd
welkom in zijn huisje, en dat vonden de ouders
nog goed ook. Als ze poseerden kregen ze nog
een zakcentje. Kortom, Galloway, Deenus zoals
hij werd genoemd, werd geliefd in Westkappel en
die liefde was wederzijds.
Galloway was geen groot en belangrijk kun
stenaar. Zijn geschilderde portretten zijn dikwijls
houterig, maar tekenen kon hij wel. Eindeloos
schetste hij de Westkappelse kinderen, vooral de
meisjes in hun mooie klederdracht. Hij verwerkte
die schetsen soms in gekleurde tekeningen, zoals
'De Zandberg' en 'Aardappels rapen'. Zijn mooiste
tekening, 'De Kermisdans', raakte helaas jaren
later zwaar beschadigd en moest vernietigd wor
den, maar er zijn wel foto's van bekend. In deze
tekeningen is hij op zijn aantrekkelijkst; ze doen
denken aan de klederdrachtprenten van Henri
Cassiers, maar zijn veel nauwkeuriger in het
weergeven van de dracht.
In het milieu van de Domburgse kunstenaars
werd hij ook aanvaard. Hij exposeerde verschei
dene malen mee in Domburg. In 1919 werd hij
zelfs uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan
het album dat door de Zeeuwse vrouwen en de
Zeeuwse jeugd werd aangeboden aan prinses
Juliana op haar tiende verjaardag. Hij leverde
hiervoor drie gekleurde tekeningen van dorpsge
zichten met meisjes en vrouwen van Westkapelle,
Zoutelande en Arnemuiden. Deze tekeningen, die
uiteraard vrijwel nooit geëxposeerd worden,
behoren tot zijn mooiste werk.
In 1923 gaat de rusteloze kunstenaar weer op
reis. Jarenlang woont hij in Cluj, in het Hon
gaarse deel van Roemenië. Na de Tweede Wereld
oorlog, waarin Westkapelle zo zwaar geleden
heeft, bezoekt hij nog geregeld Veere, waar hij als
huisbewaarder optreedt voor collega-kunstenaars
als die op reis gaan. Het contact met Westkapelle
zou nooit verloren gaan. In 1957 overlijdt hij,
ziek en arm, bij zijn broer in Londen.
De werkgroep van het Polderhuis heeft veel
moeite gedaan om gegevens over het werk en het
leven van Denis Galloway op te sporen. Bij zijn
broer in Londen en vooral in Cluj bleek nog veel
werk bewaard. Dit leidde tot de uitgave van dit
boek en tot een reeks tentoonstellingen in het
Polderhuis in 2009.
In het boek ligt de nadruk op de vele potlood
schetsen die Galloway in Westkapelle maakte.
Vooral van de meisjes in hun dagelijkse bezighe
den kreeg hij nooit genoeg. Wat jammer dat hij er
maar zelden toe gekomen is om de schetsen te
verwerken in grotere composities, waarmee hij
meer bekendheid had kunnen krijgen. Uit zijn
levensloop blijkt dat hij nauwelijks moeite deed
om met zijn werk naar buiten te treden. Het liefst
zat hij gewoon tussen de Westkappelse kinderen.
Het is dan ook geen wonder dat hij in vergetel
heid is geraakt. Des te verheugender is het dat de
Westkappelse werkgroep zijn werk weer heeft
opgespoord en in het licht heeft gebracht. Het
boek is tegelijk een waardevol document voor het
oude Westkappel en een hommage aan een sym
pathieke en bescheiden kunstenaar.
36
Boekbesprekingen