centraal overleg zonden zij gedeputeerden af naar de Heren Negentien, het hoogste bestuurscollege van de W1C. Bij de Tweede WIC was het aantal gedeputeerde bewindhebbers teruggebracht tot tien." Slavenhandel Eerste WIC, 1621-1650 Evenals de Verenigde Oost-Indische Compagnie in Azië, had de WIC tot taak de bestaande han delsactiviteiten van de Republiek in het Atlan tisch gebied te bundelen en te versterken. Maar in de praktijk hield de WIC zich voornamelijk met kaapvaart en Afrikaanse handel bezig. Daarnaast trachtte zij haar invloedssfeer ten koste van de Portugezen te vergroten. Na de succesvolle aan val op het Braziliaanse Recife in 1630, breidde de Compagnie haar macht daar geleidelijk verder uit en kreeg ze controle over de rijke Braziliaanse suikerprovincies. Om deze winstgevend te maken was een geregelde aanvoer van slaven uit Afrika een dwingende voorwaarde, anders moesten de plantages als verloren worden beschouwd. Voor een geregelde slavenhandel was het bovendien noodzakelijk om strategische handelsposities op de West-Afrikaanse kust te bezitten. De Portuge zen moesten ook daar verdreven worden. In 1637 viel het vrijwel onneembaar geachte kasteel Elmina in handen van de Compagnie. Daarna volgden andere Portugese forten. De Nederlandse trans-Atlantische slavenhan del kwam dus pas halverwege de jaren dertig van de zeventiende eeuw op gang. Daarvoor was daar nog geen sprake van. Weliswaar zijn voor 1635 al slaven door Nederlandse schepen getranspor teerd, maar die waren veelal op de Portugezen huitgemaakt.12 Tussen 1636 en 1648, toen de Nederlanders zowel het noordelijk deel van Brazi lië als de slavenstations in Afrika in bezit had den, was de WIC onbetwist de grootste slavenex- porteur in het Atlantisch gebied.13 Een deel van de Nederlandse slavenhalers heeft in de beginpe riode tussen het Braziliaanse Pernambuco en West-Afrika heen en weer gezeild. Van triconti- nentale of driehoekshandel, die zo kenmerkend was voor de latere slavenhandel, kunnen we dan nog niet echt spreken.14 Daarbij werden de uit Europa geëxporteerde koopwaren in West-Afrika tegen slaven afgezet, die vervolgens met het zelfde schip in Amerika werden verhandeld. Van daar zeilde men met West-Indische producten, zoals suiker, tabak, cacao- en koffiebonen, rich ting Europa waar de goederen werden geveild. Vooral Ernst van den Boogaart heeft veel onderzoek naar de Nederlandse slavenhandel op Brazilië verricht. Enkele jaren geleden heeft hij zijn onderzoeksgegevens aan medewerkers van de Database beschikbaar gesteld, waardoor het bestand nu meer dan honderd slavenmissies van de Eerste WIC telt. Daarbij werden circa 31.400 slaven uit West-Afrika geëxporteerd.15 Volgens de verdeelsleutel van de WIC was de kamer Zeeland verantwoordelijk voor de financiering en uitrus ting van tweenegende deel van de slavenhalers, Slavenvervoer door Afrikaanse roeiers, ets en gravure, uit: Historische Beschrijving der Reizen, door A.F. Prevost. 1747. Particuliere collectie. 4 Zeeuwen en de slavenhandel

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 6