4>
Laurens Lodewijck van Bercheyck, Kaart van de rivier
Demerary van Ouds Immenary, gelegen op de noordkust van
Zuid-America, opgedragen aan de bewindhebbers van de West-
Indische Compagnie, kamer Zeeland (detail). Gravure, 1759.
Zeeuws Archief, Collectie Kaarten Zeeland, toegang 292, inv.
nr. 2082.
Afrikaanse kust goederen en slaven inkochten.
Vooral na de heroprichting van de WIC in 1674
hebben kooplieden uit de Republiek, voornamelijk
afkomstig uit het Zeeuwse gewest, zich op grote
schaal met de illegale goederen- en slavenhandel
op West-Afrika ingelaten. Overtreders van het
octrooi riskeerden hoge straffen. Naast confisca
tie van schip en goederen kon zelfs de doodstraf
worden opgelegd. Toch wisten de meeste smokke
laars uit handen van de WIC te blijven door met
snelle en wendbare schepen naar de West-Afri
kaanse kust te zeilen waar zij hun koopwaar
tegen Afrikaanse producten en slaven verhandel
den. Omdat deze smokkelaars geen exploitatie
kosten hadden voor bijvoorbeeld het onderhoud
van garnizoenen, konden zij hun goederen tegen
aanzienlijk lagere prijzen aanbieden dan de WIC,
waardoor ze geduchte concurrenten van de Com
pagnie waren.19
Slavenhandel Tweede WIC
Na heroprichting van de WIC werd de slavenhan
del weer het exclusieve domein van de Compag
nie. De WIC was tot 1701, toen het asiento in
Franse handen overging, nog steeds de vaste
leverancier voor de asientistasdie de slaven van
Curasao naar de Spaanse koloniën vervoerden. In
de laatste jaren dat zij dit Spaanse slavencontract
indirect in handen had, bereikte de slavenexport
een recordhoogte. Tussen 1675 en 1740 heeft de
Compagnie circa 380 slavenschepen uitgerust,
waaronder meerdere in beslag genomen lorren-
draaiers.
Voor de slavenhandel zette de Compagnie ver
schillende categorieën schepen in. De kleinste
vaartuigen vervoerden gemiddeld tweehonderd
slaven. De middelgrote schepen hadden een stan
daard van 300 tot 350 slaven per schip, maar ver
scheepten in de praktijk meer slaven. Dat gold
ook voor de grootste compagnieschepen, die voor
vijfhonderd slaven waren bestemd en veelal zes
honderd slaven transporteerden. Na de openstel
ling van de handel in 1734 zagen de bewindheb
bers van de WIC geen mogelijkheden meer om de
groeiende concurrentie van particuliere schepen
het hoofd te bieden en werd de slavenhandel kort
daarna gestaakt.20 In totaal heeft de Tweede WIC
ruim 182.500 slaven vervoerd.
Volgens het systeem van toerbeurten, de ver
deelsleutel tussen de verschillende kamers die na
de heroprichting van de WIC onveranderd van
kracht bleef, had de kamer Zeeland nog steeds
een verplichting van tweenegende deel in de uit
reding van compagnieschepen. Van de 182.500
door de WIC uit Afrika geëxporteerde slaven zou
den dus 40 duizend slaven voor Zeeuwse reke-
Savaav
<"r<W
6
Zeeuwen en de slavenhandel