Toch moet men zeker voor de zeventiende- en achttiende-eeuwse stenen, maar vermoedelijk ook al voor die uit Veere aannemen dat het hoefijzer geen tamelijk vrijblijvende toevoeging was, zoals in de middeleeuwse handschriften en de vroegste drukken. In de loop van de vijftiende en zestiende eeuw had het beeldmotief namelijk een betekenis- sprong gemaakt doordat het was overgenomen eerst in de heraldiek en vervolgens in de emble matiek. Deze beide beeldtalen kenden elk hun eigen, vaak zeer uitgewerkte symboliek. Zeker in de vijftiende eeuw, maar misschien al iets eerder, was de ijzeretende struis daarin doorgedrongen. Van een zoölogische eigenaardigheid werd het dier de drager van nieuwe betekenissen. Het eerst onder edellieden. Een bekend voorbeeld vormt een devies van de condottiere Federigo da Monte- feltro, de beroemde hertog van Urbino (1422- 1482), die de struisvogel voerde met hoefijzer of ijzeren pin, met het uitdagende motto "Ich an vordait ein grossers" (Ik heb wel iets groters ver teerd).25 Dergelijk adellijk krachtsvertoon uit de vroege wapenkunde past echter slecht bij een koopmanshuis in Veere. Op de Veerse Kaai moet eerder aan de emble matiek uit de zestiende eeuw worden gedacht, die de bovenlaag van de burgerij sterk aansprak. Daarin was de struisvogel met hoefijzer tot een allegorie geworden voor de mens die de grootste tegenslagen weet te overwinnen. Twee populaire motto's bij afbeeldingen van struisvogels met hoefijzers luidden: "sic nutriuntur fortes" (zo voeden zich de sterken) en "spiritus durissima coquit" (de geest kan de hardste zaken verte ren).26 Geestkracht was uiteraard een eigenschap waarop ook vele burgers zich graag beroemden. Zo kon het gemakkelijk gebeuren dat ook in de heraldiek van de burgerij, waarin een grote mate van vrijheid heerste, de emblematische voorstelling van de struisvogel met hoefijzer een Gevelsteen van het huis In den Struys. Particuliere collectie. geliefd thema werd. Van een wapenschild was de stap naar een gevelsteen vervolgens ook weer snel gezet. Een goed voorbeeld van een dergelijke gang van zaken vormt de Edamse steen. Deze bevindt zich aan een huis van een lokale bierhan delaar die bier verkocht van de Haarlemse mag naat Olycan uit diens brouwerij De Vogelstruys. Deze nouveau riche had zich rond 1600 een wapen aangemeten met daarop onder meer een ijzeretende struisvogel, die grote gelijkenis ver toont met die uit een embleemboek. Vervolgens liet hij het dier vermoedelijk overal in steen ver eeuwigen waar hij zijn handel dreef.27 De struis vogel fungeerde daarbij als een soort handels merk, zoals dat ook in andere beroepen het geval was. Inclusief hoefijzer kan men het dier bijvoor beeld aantreffen in de vignetten van boekdruk kers uit de zestiende en zeventiende eeuw, en op de zegels die glasmakers op hun flessen aan brachten. Hoe het in Veere precies is gegaan, valt moei lijk te achterhalen. De steen moet zijn geplaatst door de Veerse patriciër Jacob Cuper, die waar schijnlijk verantwoordelijk was voor de voltooi ing van het pand waarvan tot 1561 alleen het onderste gedeelte tot de eerste waterlijst gebouwd was. De naam kleefde al in 1543 aan dit 'onder stuk' en onze struisvogel zal dus wel een voor- Struisvogel op een gevelsteen te Edam, Jan Nieuwenhuizen- plein 9, eerste kwart zeventiende eeuw. Particuliere collectie. Een vreemde vogel in Veere 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 17