Aanwinsten juni
lil»
G.G. Trimpe Burger-Mekking
In Amstelodamum, het jaarboek 2009 van het
Genootschap Amstelodamum, schrijft R. van
Beekum een artikel over 'Architect Johan Frede-
rik Repko en Plan-Zuid'. De ontwikkeling van de
jonge Repko - als dertigjarige timmerman uit
Harlingen naar Amsterdam gekomen - wordt
beschreven, waarbij zijn groeiende betrokkenheid
bij het vraagstuk van de arbeiderswoning duide
lijk blijkt. Hij nam deel aan verschillende prijs
vragen en zijn inzendingen werden regelmatig
bekroond. Zo won hij een prijsvraag voor een
tuinstadwijk. De gedachte aan tuinsteden was
eind negentiende eeuw in Engeland ontwikkeld.
Nederland volgde. Het winnende ontwerp van
Repko werd door velen gezien als een modelplan
en verschillende, later gebouwde tuindorpen zijn
erdoor geïnspireerd.
Verder biedt Amstelodamum een schets over
het leven en werk van koopman Jan Hartman. Hij
was de stichter van de katholieke statie 't Hart, nu
bekend onder de naam Museum Ons' Lieve Heer
op Solder (auteur T. Boers).
R. Veenstra schreef'Een vergeten compagnie.
De Gotenburgse Compagnie van Coophandel te
Amsterdam en Gotenburg (1606-1611)'.
In Holland, Historisch tijdschrift (2010, 1) staat
een lang stuk over de 'Aardappelnood. Amster
damse arbeiders en het socialisme tijdens het
Aardappeloproer van 1917' (A. Peterson). Dit
oproer wordt meestal gezien als een politieke
strijd tussen de radicale Sociaal-Democratische
Partij (SDP) en de gematigder Sociaal-Democrati
sche Arbeiderspartij (SDAP). In dit artikel staan,
naast de beide politieke partijen, de arbeiders zelf
centraal. De gebeurtenissen tijdens het Aardap
peloproer worden gereconstrueerd, waarbij vooral
aandacht wordt besteed aan de acties op straat.
Een vrouw die een belangrijke functie vervulde
bij het verkrijgen van het hoognodige voedsel
voor de gezinnen, was mevrouw Van Stek-Punt.
Toen na een demonstratie arbeiders door politie
en soldaten werden teruggedreven van de wagons
aardappelen die voor uitvoer bestemd waren,
toonde zij haar moed door - lopend vooraan in de
stoet - haar bloes open te trekken en te roepen:
"Soldaat, schiet, maar vreten motten we hebben
voor onze kinderen." Vervolgens greep zij een zak
aardappels en sleurde die in triomf mee.
De Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek van
het Historisch Genootschap van het Meetjesland
(2009), bevat te veel interessante artikelen om
alle onder de aandacht te brengen. H. Notteboom
vertelt over Richard Antonius Ryffranck, geboren
in 1763 in Eeklo. Na zijn studie komt hij als
novice in de proosdij van Eversam terecht. Vanaf
1784 wordt door de regering gewerkt aan afschaf
fing van alle geestelijke instellingen. Toch beleeft
de geestelijke er gelukkige jaren, tot de revolutie
in Frankrijk uitbreekt. De Fransen steken in 1794
de proosdij van Eversam in brand en de religieu
zen slaan op de vlucht. Richard Ryffranck is een
van de geestelijken die de eed van trouw aan de
republiek en haat aan het koningschap weigeren
af te leggen. Hij wordt in 1798 van zijn bed
gelicht en verbannen naar het eiland Ré.
Van A. Willeboordse is het stuk 'Fallus en
Lunuia. Context en historiek van een Romeinse
amulet uit Aardenburg'. De amulet is in 1974
opgegraven in Aardenburg. De auteur vertelt over
amuletten in het algemeen en beschrijft de Aar-
denburgse amulet in detail. Deze bestaat uit twee
delen: een fallus en een lunula. De betekenis van
beide symbolen in verschillende culturen wordt
uitgebreid besproken.
Het jaarboek bevat ook artikelen over de
armoede en armenzorg in Lembeke tussen 1646
en 1792 (auteur R. Buyck) en over sporen van
volksjustitie (F. Bastiaen).
Medical History, A European Journal for the His
tory of Medicine and Health (2010, 1) bevat een
artikel van I. Miller: 'The mind and Stomach at
War; Stress and Abdominal Illness in Britain c.
1939-1945'. Medische specialisten zijn dikwijls
gedwongen zich bezig te houden met onvoorziene
problemen gedurende oorlogstijd. De vraag
waarop in dit artikel antwoord wordt gezocht,
gaat over de toename van buikklachten en de
Aanwinsten
69