tot dart toe onbejaagde - eetbare fauna's) veroor zaakte een explosie van genera's en soorten. Vrij wel jaarlijks duiken er nu overal in de wereld onbekende fossiele spitssnuitdolfijnen op die bin nen de huidige systematiek soms maar moeilijk ingedeeld kunnen worden. Tot voor kort werd aangenomen dat de tande loze spitssnuitdolfijn Choneziphius een schakel in de ontwikkeling van het fossiele genus Ziphi- rostrum (met een veelvoud aan kleine tandjes) naar de recente tandeloze dolfijn van Cuvier (Ziphius cavirostriszou zijn. Het genus Ziphi- rostrum is alleen vanuit België bekend (Lambert, 2005). Nieuwe ontdekkingen van fossielen in Portugal en Spanje maken echter duidelijk dat de evolutielijn van de Ziphiidae veel ingewikkelder ligt en dat met name het genus Ziphirostrum daar een belangrijke schakel in blijkt te zijn (Post, pers. obs.). Binnen al dit fossiele geweld valt het op dat Nederland naast een paar rostra van de tot nu toe ook al mysterieuze Mesoplodon longirostris (Van Bree) alleen maar, en erg veel, Choneziphiussche- dels kent. Maakte in het late Mioceen alleen Cho neziphius de Nederlandse wateren onveilig, of zien we gewoon en misschien door onze unieke vissende manier van verzamelen iets en/of belangrijke fossielen over het hoofd? NHG 23395 Tijdens de jaarlijkse fossielenvistocht van het Zeeuws Genootschap met de ZZ 10 voor de Mar griet in de Westerschelde viel in 2009 een fossiel aan dek dat niet in een oogopslag herkend kon worden. Toch werd al tamelijk snel duidelijk dat het weer in groten getale aanwezige dekpersoneel de eerste vondst van een voor Nederland nieuwe soort spitssnuitdolfijn mocht aanschouwen. Het fossiel, dat inmiddels het genootschapsnummer NHG 23395 draagt, is een fraai bewaarde rechter helft van een schedel (met maxilla, premaxilla, frontale en een deel van de vomer) en kan zonder twijfel als de soort Ziphirostrum marginatum du Bus, 1868 gedetermineerd worden. Frontal De Choneziphiusschedel in handen van drs. Hansjorg Ahrens van Naturalis. aan boord van de mosselkotter van de familie Schol op de Westerschelde tijdens de vistocht van het Genoot schap in 2005. Foto Klaas Post. Een bijzondere vondst! Plots is Nederland het tweede land in de wereld waar dit fossiele beest voorkomt en dit heuglijke feit was een reden om nog eens alle Nederlandse collecties door te snuf felen. Dat was geen verspilde moeite want in Lei den konden nog twee moeilijk herkenbare frag menten (die als Choneziphius ingeschreven stonden) als Ziphirostrum sp„ respectievelijk Ziphirostrum marginatum gedetermineerd worden (ST 20113 en ST 20121). Zelfs de collectie van het eigen Zeeuws Museum blijkt bij nader inzien al twee fragmenten te herbergen die tot een Ziphi- rostrumsoort behoren en die eerder al door de Belgische expert Olivier Lambert als zodanig gedetermineerd bleken te zijn. Allemaal moeilijk herkenbare fragmenten en lang niet zo mooi als NHG 23395, maar samen zeker van belang voor onze kennis van dit spitsnuitdolfijngenus. Nog meer? De vondst van een stuk schedel van deze spits snuitdolfijn en de (h)erkenning van eerdere vondsten maken duidelijk dat we in Nederland toch meerdere soorten fossiele spitssnuitdolfijnen kunnen vinden. Maar bovenal maakt deze vondst duidelijk dat vistochten op de Westerschelde wel degelijk wetenschappelijk nieuws kunnen voort brengen. De recente beschrijving van een belang rijke nieuwe vinvis Diuniatans luctoretemergo Bosselaers H Post, 2010), die sinds 1938 op de schappen van het Zeeuws Genootschap lag en 72 Genootschapszaken

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 34