Dingemanse, dienders en een dodo
Het artikel in het vorige nummer van de Middel
burgse maritiem historicus Ruud Paesie over
Zeeuwse slavenhalers trok de aandacht van regi
onale en landelijke media. De eerlijkheid gebiedt
te melden dat die aandacht door een wijdver
spreid persbericht werd gestimuleerd, maar toch
is de redactie er trots op dat Zeeland even lande
lijk op de kaart stond. Naast dat positieve bericht
was er ook kritiek van lezers op fouten in de
vorige editie. Die worden hieronder erkend en
rechtgezet. Maar nu eerst iets over de inhoud van
de onderhavige editie.
Hoewel de traditie van academisch onderwijs
in Zeeland beperkt is, heeft de provincie toch een
aantal eminente wetenschappers opgeleverd. Dat
zijn bijna allen mannen, dus is het des te opmer
kelijker dat onderzoeker Piet Zuijdweg de loop
baan van een vergeten Zeeuwse vrouw wist te
achterhalen. Vrijwel elk verhaal over de emanci
patie van vrouwen in het (wetenschappelijk)
onderwijs begint met Aletta Jacobs (1854-1929),
de eerste vrouw die in Nederland een academi
sche titel behaalde. De in Nieuw- en Sint Joosland
geboren Elizabeth Dingemanse (1886-1952) wist
ook een indrukwekkende internationale loopbaan
op te bouwen, maar zij is thans een vergeten per
soon. Daarom prijkt deze bijzondere vrouw op de
voorpagina van dit nummer van Zeeland.
Dienderdeskundige Albert Kort, redactielid
van dit blad en kleinzoon van een Goese politie
man, publiceerde zeer onlangs een boek over de
vcldwacht in Zeeland. Ook in dit blad schreef hij
al eerder over veldwachters. Zijn artikel in dit
nummer over Goese politiemannen ligt in het
verlengde daarvan.
Het huis In den Struys aan Kaai 27 te Veere is
getooid met een gevelsteen. Die beeldt een dodo
af, een van de eerste, eeuwen geleden uitgeroeide,
exotische vogelachtigen. Of wordt hier toch een
ander dier verbeeld en is het dodo-verhaal een
product van langjarige (semi-)wetenschappelijke
miscommunicatie? De aan de Universiteit van
Amsterdam verbonden mediëvist P.C. van der
Eerden tracht dat raadsel op te helderen. Dat
leverde een lang verhaal op over een klein
kunst(?)werkje. Het artikel van Van der Eerden
toont dat de speurtocht naar de betekenis van een
historisch ogenschijnlijk onbelangrijk stuk
bewerkte steen tot een boeiende zoektocht kan
leiden.
De rubriek Genootschapszaken levert een bij
drage op over een 'nieuwe' walvissoort, die vorig
jaar werd ontdekt tijdens de jaarlijkse bottenvis-
tocht van het Genootschap in de Westerschelde.
Reeds aan boord was duidelijk dat de fossielen
vissers een bijzondere vondst in hun netten had
den. Na (literatuur)onderzoek door collectiebe
heerder Klaas Post van het Natuurhistorisch
Museum Rotterdam en genootschapsconservator
Mark Bosselaers bleek hoe uitzonderlijk deze
vondst is.
Helaas moeten twee fouten uit het maartnum
mer worden rechtgezet, dankzij opmerkingen van
lezers. De onderschriften bij de afbeeldingen op
pagina 16 en 17 zijn verwisseld. Ernstiger is de
onjuiste bewering in de inleiding dat in 1944 een
kerkscheuring ontstond over de vraag of de slang,
in Genesis 3, daadwerkelijk gesproken zou heb
ben. Die kwestie speelde in 1926 en leidde tot de
oprichting van de 'Gereformeerde Kerken in her
steld verband'. De kerkscheuring in 1944 ging
over het verschil van mening over de betekenis
van de doop en de veronderstelde wedergeboorte,
wat leidde tot de oprichting van de 'Gerefor
meerde Kerken onderhoudende artikel 31'. Later
noemde deze beweging zich de 'Gereformeerde
Kerken Vrijgemaakt'. Als historicus (en doopsge
zind opgevoede jongeling) dacht ik hovaardig wel
te weten hoe de vork in de steel zat. Waarvoor
excuses.
Bij het ter perse gaan van dit nummer bereikte de
redactie het bericht dat Piet Zuijdweg is overle
den. Naast zijn bijdrage aan dit nummer, leverde
hij eerder in brede kring gewaardeerde artikelen
voor Zeeland. De redactie herdenkt hem met res
pect.
Eric-Jan Weterings
Introductie
41