ontwikkelen. Rooijendijk wil er niet van horen. Ook projecten als 'ruimte voor de rivier' om het overstromingsrisico te verkleinen vinden geen genade in haar ogen. En zo zijn er meer nieuwe plannen en ontwikkelingen te noemen die door Rooijendijk worden neergesabeld. Dat hieronder ook ontpoldering valt, moge duidelijk zijn. In het vuur van de argumentatie leidt deze opstelling soms tot banale opmerkingen en dat is jammer. Het plan van Wubbo Ockels om een supersnelle busverbinding te realiseren over een vernieuwde Afsluitdijk wordt afgedaan met "Gesteld dat er een storm opsteekt... en de zee het land opspoelt, dan helpt een superbus niet." Nee, natuurlijk niet, niemand beweert dat ook. Dit soort zinsnedes doen afbreuk aan het boek, waarvan ik de eerste acht hoofdstukken met veel interesse heb gelezen, maar het laatste met toenemende wrevel omdat een zekere bekrompenheid mevrouw Rooijendijk niet kan worden ontzegd. Ad Huiskes Johnny Beerens, Lo van Driel, Johnny Beerens. Schilderijen, muurschilderingen, werken op papier, Zutphen 2009, 128 p., geïllustreerd, ISBN 978-90- 5730-552-6 29,50. Vorig jaar verscheen een aantrekkelijke publicatie over een van Zeelands bekendste hedendaagse kunstenaars, Johnny Beerens. Beerens heeft vooral naam gemaakt als schilder van grote, wandvullende kunstwerken. Treffend genoeg siert een van zijn populairste werken, Levensbron, op de watertoren van Oostburg, de voorzijde van het boek. De schilder uit Breskens heeft zich in de loop van de jaren echter met meer takken van beeldende kunst beziggehouden en inmiddels een in meerdere opzichten indrukwekkend oeuvre opgebouwd. Dit boek, tevens verschenen als jaar boek van de Heemkundige Kring West-Zeeuws- Vlaanderen, vormt een prima kennismaking met zijn werk. Johnny Beerens bestaat uit drie delen, achter eenvolgens tekst (8 pag.), foto's (114 pag.) en een toelichting op de afgebeelde schilderijen (6 pag.). De tekst, geschreven door Lo van Driel, behandelt in kort bestek een aantal aspecten van leven en oeuvre van Beerens. Zo komen aan bod zijn jeugd in Oostburg, zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming te Tilburg en zijn ontwikke ling als kunstenaar. Lange, verhelderende en regelmatig prikkelende citaten verlevendigen de tekst en werpen licht op Beerens' opvattingen over creativiteit, artisticiteit en ambachtelijkheid. Over de relaties tussen onderwerp, inhoud, vorm en materiaalkeuze heeft Beerens een uitgesproken mening. En ook over de historische, huidige en toekomstige plaats van de kunstenaar, zijn werk en de kunst. Daarover zegt hij: "Mijn werk sluit zeker aan bij de traditie van de schilderkunst, en ambachtelijkheid speelt dan ook een rol. Maar het experimenteren met nieuwe materialen en tech nieken is wezenlijk. De vorm moet daarbij wel dienstbaar zijn aan de inhoud, aan datgene wat ik wil uitdrukken." En: "De kracht van het doorge werkte beeld, dat een object op zichzelf is, is ook een tegenhanger van het virtuele pixelbeeld van onze digitale tijdhanger! Daarin schuilt vandaag de dag de kracht van het geschilderde beeld, van mijn werk, zo mag ik hopen." Die kracht komt duidelijk tot uitdrukking in het tweede deel, dat bestaat uit foto's. Zij sluiten naadloos aan op de tekst en geven een beeld van Beerens als kunstenaar en van de disciplines die hij beoefent. We zien Beerens aan het werk op locatie, thuis in zijn atelier, als beginnend artiest, als 'gevestigd' kunstenaar en - met zijn zoon - papier scheppend met behulp van een zelfontwor pen mechaniek. De overige foto's (driekwart van het totaal) zijn schilderijen, muurschilderingen en werken op papier. Niet toevallig vormt dit drietal de ondertitel van het boek. De selectie van de foto's is afwisselend. Hoe wel ook ouder werk is afgebeeld, ligt de nadruk op schilderijen en schilderingen van de laatste tien jaar. Even divers is de wijze waarop ze wor den gepresenteerd: soms in stemmig zwart-wit, dan weer (de meerderheid) in kleur; nu eens op 78 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 40