Elizabeth Dingemanse: van boerendochter tot eredoctor
Piet Zuijdweg
Elizabeth Dingemanse, afkomstig uit Nieuw- en
Sint Joosland, doorliep een indrukwekkende inter
nationale wetenschappelijke loopbaan. In de
Zeeuwse archieven en literatuur is haar naam ech
ter niet te vinden. In dit artikel daarom haar
levensbericht.
Elizabeth werd op 5 november 1886 geboren
als oudste dochter van Cornelis (Kees) Dingemanse
(1863-1937) en Tannetje Mesu (1867-1928). Het
echtpaar had nog twee kinderen: Joos (Joop,
1888-1972) en Johanna Jacoba (Jo, 1890-1964).
Joos volgde een opleiding civiele techniek en
werkte in Nederlands-lndië als hoofdopzichter bij
de aanleg van irrigatiewerken, spoorwegen en
bruggen. Later vestigde hij zich met zijn vrouw in
Den Haag. Jo bleef thuis wonen en nam na het
overlijden van haar moeder de huishouding op
zich.
Het kenschetsen van Elizabeth als 'boeren
dochter' vraagt wel enige nuancering. Weliswaar
stamde zij uit een landbouwersfamilie, maar het
gezin woonde op diverse plaatsen in het dorp en
niet op de familiehoeve Land- en Zeezicht aan de
Binnendijk 10.'
Jeugdjaren
Lize, zoals zij in de familie werd genoemd, door
liep de verlengde lagereschoolopleiding. Boeren
dochters bleven daarna meestal thuis op het
bedrijf werken tot aan hun huwelijk, dochters van
arbeiders zochten elders een dienstje. De ouders
van Lize vonden het niet nodig dat zij als 'meid'
bij anderen ging werken: ze hielp hen in huis en
tuin. Daarnaast volgde ze privélessen. In Middel
burg waren voldoende docenten van gymnasium
en hbs te vinden die bereid waren kinderen ver
der te onderwijzen. Zij genoten daarmee tevens
een aanvulling op hun salaris dat ook in die tijd
al niet echt riant was. Daar werd de basis gelegd
voor Lize's latere, voortreffelijke beheersing van
Duits en Engels. Maar het waren vooral de exacte
vakken, en in het bijzonder scheikunde, die haar
interesse trokken.
Beroepsopleiding
Toen ze het gevoel had voldoende kennis ver
gaard te hebben, trad Elizabeth Dingemanse in
dienst bij een apotheek. Was dit bij de bekende
apotheker Van der Harst aan de Pottenmarkt in
Middelburg? De opleiding tot apothekersassistent
was in 1867 opengesteld voor vrouwen, overigens
niet tot genoegen van alle vakgenoten. Lange tijd
leidden apothekers zelf hun personeel op. In 1904
slaagde Lize voor het examen dat in diverse ste
den, soms ook in Middelburg, werd afgenomen en
dat bestond uit een theoretisch gedeelte en het
praktisch bereiden van recepten. Werken als
assistente in een apotheek was echter niet het
ideaal dat ze voor ogen had. Lize schreef zich in
als leerling van de School voor de Suikerindustrie
in Amsterdam. Deze opleiding op mbo-niveau,
beter bekend als de Suikerschool, leidde technici
en analisten op die daarna dikwijls gingen wer
ken op de plantages in Nederlands-lndië. Zo niet
Elizabeth: zij werkte enkele jaren bij een bedrijfs-
laboratorium in Rotterdam.
Een cruciale beslissing
ln deze jaren verdiepte Elizabeth zich niet alleen
verder in haar vakgebied, ook een andere wens
die haar verdere leven zou bepalen, kwam tot
rijping. Ze besloot een universitaire studie te
gaan volgen en zich daarop voor te bereiden.
Zij meldde zich aan bij de Polytechnische Hoch-
schule in Zürich.
Waarom in deze chique stad, zo ver van huis?
Dat ook vrouwen een universitaire studie konden
volgen, was lange tijd discutabel. In het toch over
het algemeen conservatieve Zwitserland besloot
Zürich al in 1864 hen toe te laten tot alle studie
richtingen. Vrouwen uit heel Europa maakten van
deze gelegenheid gebruik. In ons land lag dit lang
veel moeilijker. Wanneer we de zeventiende-
eeuwse, hoogontwikkelde Anna Maria van
Schuurman even buiten beschouwing laten, was
Aletta Jacobs in 1871 de eerste vrouw die, met
speciale toestemming van minister Thorbecke,
42
Elizabeth Dingemanse