houden werd tussen Rotterdam en Vlissingen, was ze op zaterdag en maandag een van de pas sagiers. Ze bracht haar vakanties veelal door in haar geboortedorp, maar bezocht onder meer ook IJsland en Madeira, voor die tijd toch flinke ondernemingen. Dr. Dingemanse schreef een groot aantal, voor leken onbegrijpelijke, artikelen waarvan erzo'n der tigtal nog te achterhalen is. Enkele staan op haar eigen naam. maar meestal publiceerde ze deze samen met collega's als Ernst Laqueur en Leonora Huis in 't Veld of met vakgenoten uit het buitenland. Een enkele keer werden ze opgenomen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, veelal in een scala aan gerenommeerde internationale vaktijdschrif ten. Haar uitstekende kennis van Duits en Engels kwam hierbij goed van pas. Eredoctoraat Op 8 januari 1946 ontving Elizabeth een eredoc toraat in de geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam. Haar promotor somde bij de uitrei king haar verdiensten op als scheikundig onder zoeker op internationaal niveau, maar had tevens veel waardering voor haar persoonlijke inzet, niet alleen tegenover collega's en artsen "maar ook de vreugde over het verleenen van medische hulp hebt Ge, hoewel geen arts, leeren kennen, wan neer door Uw bezigheid en rustelooze werkkracht patiënten gebaat konden worden". Hij sprak de hoop uit dat ze deze vreugde nog lang mocht beleven en dat ze nog vele jaren met volle toewij ding haar onderzoeken zou kunnen voortzetten. Tegelijk met haar werd een eredoctoraat uit gereikt aan P.G. van Tienhoven, medeoprichter en jarenlang voorzitter van Natuurmonumenten. Beiden maakten deel uit van een select gezel schap. Had koningin Wilhelmina in 1938 deze onderscheiding gekregen, in de jaren na 1946 viel deze eer onder anderen te beurt aan A.F.J. Por- tielje, Henriëtte Roland Holst, Maria Montessori, F. Zernike, Jan Tinbergen, Eduard van Beinum en J.J. Buskes. De wens die haar promotor uitsprak ging ech ter nauwelijks in vervulling. Pensioen Op 4 november 1951 ging Elizabeth Dingemanse met pensioen. Ze zag in het geheel niet uit naar haar ambtelijke pensionering. Integendeel, ze wilde haar onderzoekswerkzaamheden onbelem merd kunnen voortzetten. Hiervoor kwam een oplossing. Per 1 januari 1952 werd ze benoemd tot adviseur van TNO en op deze wijze kreeg ze de gelegenheid als gastonderzoeker haar werk op haar 'eigen' laboratorium te vervolgen. Haar pen sionering werd zelfs officieel tot deze datum doorgeschoven. Wel was er een punt dat haar zorgen baarde: ze had het gevoel dat haar gezondheid de maan den daarvoor te wensen overliet. Dacht ze aan oververmoeidheid? Ze besloot in ieder geval, alvorens haar nieuwe functie op te pakken, de feestdagen bij haar zus Jo in Nieuw- en Sint Joos- land door te brengen. Daar liep haar gezondheids toestand in ijltempo terug. Ze werd opgenomen in het ziekenhuis te Middelburg waar ze op 25 janu ari overleed. De nieuwe hoogleraar S.E. de Jongh was haar nog komen opzoeken. Hij noemde dit een van de verschrikkelijkste ervaringen uit zijn leven: "Haar sprankelende geest was geheel uit geblust." Diverse landelijke kranten meldden haar overlijden. De PZC deed verslag van de begrafe- nisdienst op 29 januari in de overvolle her vormde kerk van Nieuw- en Sint Joosland. Spre kers namens de universiteit, het laboratorium, het Anthonie van Leeuwenhoekhuis, de collega's en de familie voerden het woord. Vele bloemstukken, aldus de verslaggever, bedekten de baar. Eliza beth Dingemanse werd ter aarde besteld op de oude begraafplaats van haar geboortedorp. Besluit Wie de levensgeschiedenis van Elizabeth Dinge manse onder ogen krijgt, zou de indruk kunnen krijgen dat haar bij wijze van spreken de gebra den duiven de mond in vlogen. Dit zou een mis vatting zijn. Als jong meisje had ze kennelijk al een duidelijk levensdoel voor ogen. Dankzij haar hoge intelligentie en haar enorme doorzettings vermogen, heeft ze stap voor stap naar dit doel toe kunnen werken. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat ze tijdens haar studie nogal eens tegen de stroom in heeft moeten roeien. Studeren, daarnaast geregeld een baan vinden om in haar levensonderhoud te voorzien en waarin ze boven dien haar onderzoek kon vervolgen, waren geen sinecure. Ze was een vastberaden maar geen ver beten vrouw. Over haar persoonlijk leven komen 46 Elizabeth Dingemanse

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 8