Tabel 7. Huwelijken boeren in eigen stand en
arbeiders in eigen stand als percentage van alle
huwelijken door boeren- en arbeidersmannen, voor
Duivendijke, Zonnemaire en Oosterland tezamen18
periode
1835-
1855-
1875-
1895-
1915-
1841
1861
1881
1901
1921
boeren
36°/o
70%
51%
75%
41%
arbeiders
73
89
86
88
74
Op Schouwen-Duiveland waren de standsver
schillen mogelijk sterker dan in Midden-Zeeland,
althans rond 1900. Er werd gemeld dat kleine
boeren zelden als los arbeider werkten15 en dat
dienstboden op de boerderij 'meer dan in de
andere deelen der provincie' als personeel
beschouwd werden 'en niet als leden van het
huisgezin'.'10 Inwonende knechts waren er niet en
de standsscheiding tussen grote en kleine boeren
werd hier en daar zelfs doorgetrokken tot de zit
plaatsen in de kerk. Om die reden lijkt het zinvol
om de cijfers over standshuwelijken voor de drie
Schouwen-Duivelandse gemeenten in onze steek
proef apart te zetten.
Omdat het om kleinere groepen boeren en
arbeiders gaat, mag het niet verwonderen dat de
mate waarin standshuwelijken gesloten werden,
per periode meer fluctueert dan in alle acht
gemeenten samen - met name bij de kleinste van
de twee sociale klassen, de boeren. Het verschil
tussen de periode 1875-1881 en de periode twin
tigjaar eerder - veel minder boeren die in eigen
stand huwen - vinden we echter amper terug in
de vorm van een vermindering van het aantal
standshuwelijken onder arbeiders in dezelfde
twintig jaar. Kijken we naar de achterliggende
cijfers, dan blijkt het aantal huwende boeren
zoons op Schouwen-Duiveland sterk gestegen van
de ene periode op de andere. In de vijf gemeenten
in Midden-Zeeland deed zich deze stijging niet
voor. Het merendeel van het 'extra' aan boeren
zoons dat huwde op Schouwen-Duiveland in de
derde periode, huwde met dochters van midden
standers. Mogelijk was het de crisis in de mee
krapteelt in de jaren 1870, die maakte dat meer
Schouwen-Duivelandse boerenzoons dan voor
dien de standsgrenzen overschreden bij een
huwelijk. In de vierde periode gebeurde dat amper
jonge Bruidspaar in ZEELAND
Het huwelijk van boer(enzoon) Jan Jacob Padmos (1893) en boerendochter Cornelia Krijger (1896) bij hun boerderij aan de Kamerpol
derdijk tussen Oudelande en Ovezande, 18 september 1919. Zeeuws Archief, BG 0251-001.
92
Standshuwelijken op het platteland