19.3
ill
meer - er waren toen ook minder middenstands
dochters op de huwelijksmarkt - terwijl er wel
veel boerendochters met een middenstander
trouwden.
Tabel 8. Huwelijken van boeren in eigen stand en
arbeiders in eigen stand als percentage van alle
huwelijken van boeren- en arbeidersmannen, voor
(A) Zonnemaire, Oosterland, Kats en Wolphaarts-
dijk tezamen (grootschalige akkerbouw)2' en
(B) Duivendijke, Zoutelande, Serooskerke en 's
Heer Abtskerke tezamen (veeteelt kleinschalige
akkerbouw)
GxM. vaj) Q&ee/yentt <pfr Ore.tr
periode
1835-
1841
1855-
1861
1875-
1881
1895-
1901
1915-
1921
(A) boeren
520/o
70%
480/o
630/o
50%
arbeiders
77
87
80
87
81
(B) boeren
81o/o
580/o
770/0
78o/o
780/o
arbeiders
63
68
66
71
51
Sterkere standsverschillen mogen we ook ver
wachten in dorpen waar de landbouw bestond uit
grootschalige akkerbouw. Dat laatste was het
geval, met name vanaf 1870, voor Zonnemaire,
Oosterland, Kats en Wolphaartsdijk. Wanneer we
deze vier gemeenten uit de steekproef apart groe
peren, in tabel 8, tekent zich inderdaad een ver
schil af. In de grootschalige akkerbouwgemeen-
ten vormden de arbeiders veel meer een aparte
sociale laag dan in de gemeenten met veeteelt en/
of kleinschalige akkerbouw. De arbeiders trouw
den er aanzienlijk méér in eigen stand, tot in de
jaren 1915-1921 toe. De boeren daarentegen
trouwden in de grootschalige gemeenten heel wat
minder in eigen stand, waarschijnlijk omdat de
groep boeren er kleiner was en er dus minder
partners in de eigen stand beschikbaar waren.22
Ze trouwden er zowel met arbeiders- als met mid
denstandsdochters op grotere schaal dan in de
veeteelt- en/of kleinschalige gemeenten - verge
leken met de huwelijken in eigen boerenstand.
Al met al lijkt vooral de beschikbaarheid,
oftewel de grootte van de diverse sociale lagen,
bepalend voor de vraag of er relatief veel of wei
nig binnen de eigen stand getrouwd werd. De
arbeiders vormden een grote groep, dus trouwden
zij vaak in eigen stand. Waar de boeren een grote
groep vormden, trouwden ook zij méér in eigen
stand dan waar zij een kleine groep vormden. Het
wegtrekken van het platteland dan wel het onge-
j li1 VU.',»: ,iüui;sii aiji. jT51
fT]TTjU'VI.I "i l v OUUI'VTi
'/cA»n rf^t n éarA f' rfcuép
9%1> ZTTWl if ■Wr/rtUiry 'ït)J
J. Schwartzenbach, etsen, 1798. Deze etiketten voor huwelijks-
en andere aankondigingen werden op vijfbladen verkocht
in de boekwinkel van C.M. van der Graaf te Veere. Zeeuws
Archief, Zelandia Illustrata 111-04.
huwd blijven van een deel van de dochters van
middenstanders - het duidelijkst in de jaren
1895-1901 - maakte dat veel mannen uit de mid
denstand een boeren- of arbeidersdochter trouw
den. Met andere woorden: de standsgrenzen wer
den zonder mankeren overschreden wanneer de
huwelijksmarkt binnen de eigen stand niet vol
doende partners bood. Rigide was het systeem
van de sociale lagen in het negentiende-eeuwse
Zeeland dus niet: het vertoonde een zekere flexi
biliteit.23
Noten
1 A.J. Wichers. De oude plattelandsbeschaving. Een
sociologische bewustwording van de 'overherigheid'
(Wageningen, 1965); 'In de literatuur over Zeeuwse
landarbeiders komt een beeld naar voren van zeer grote
tegenstellingen tussen landarbeiders en boeren,' aldus
Jan Kok, "Vrijt daar je zijt'; huwelijk en partnerkeuze
in Zeeland tussen 1830 en 1950', in: Zeeland, jrg. 7
(1998) nr. 1, 31-43. Hij baseert zich o.a. op K. Slager,
Land-arbeiders en Deel 1 van het Handboek Pastorale
Sociologie (Den Haag, 1953).
2 Een onderzoek naar huwelijken in het Noord-Hollandse
Standshuwelijken op het platteland
93