scheen een tweede pamflet, getiteld Aan-wijsinge
van de heyloose treken en gebreken van mr. Hen
drik Thybout voor desen Grooten Albeschik in
Zeeland Volgens dit geschrift misbruikte hij
zijn macht "seer schandelijk om in te slok
ken en in te kroppen ontelbare schorren ende lan
den in Vlaanderen, om andere ja ook arme luij-
den na sijn eijgen appetijt die af te dringen, die te
drukken en te ontheffen van hare rechtveerdige
praetentiën welke sij hebben op die landen".21 In
beide gevallen werd vrijwel zeker gerefereerd aan
de bedijking van het Eerste Deel van de Generale
Prins Willempolder in 1650 en de bedijking van
de voormalige wateringen van de Oude Yeve en
Groede en de Osemans- en Cathalijnepolders in
1651 tot de nieuwe Tweede Deel van de Generale
Prins Willempolder.22 Deze polders waren tijdens
de Opstand ten gevolge van gebrekkig onderhoud
overstroomd. In sommige gevallen waren ten
behoeve van de landsverdediging de dijken door
gestoken. Uit een bewaard gebleven uittreksel
van het sententieboek van de dijkage van het
Eerste Deel van de Generale Prins Willempolder
betreffende "de questien ende geschillen voorval
lende in de Dicagie vande schorren" blijkt dat
Hendrick Thibaut alleen al in de opwassen van de
Dierkensteenpolder en de ten westen daarvan
gelegen Vijfhonderd in Beoosten-Eedepolder een
kleine 40 gemet ingepolderd land werd betwist.23
Blijkbaar werd bij de herdijking door Thibaut niet
zo netjes omgesprongen met de rechten van de
vroegere eigenaren.
Van de in 55 kavels ingepolderde 4123 gemet
grond in het Tweede Deel kwam het merendeel
aan Thibaut toe. Hij verwierf 15 kavels, die
samen 1200 gemet, ruim 530 hectare, omvatten,
waarmee hij een kwart van het Tweede Deel van
de Generale Prins Willempolder bezat.24
Als een van de initiatiefnemers van de inpol
dering van het Tweede Deel van de Generale
Prins Willempolder was Hendrik Thibaut ook een
van de stichters van Willemsdorp. In 1583 was
Schoondijke door inundaties verloren gegaan. Het
nieuw gestichte dorp werd aanvankelijk Willems
dorp genoemd, maar deze naam maakte al snel
plaats voor het oorspronkelijke Schoondijke. De
volkomen geometrische opzet van het nieuwe
dorp aan een kruispunt van wegen was een even
knie van het door de Goese burgemeester Soetwa-
ter in 1616 na de herinpoldering van Noord-Beve
land ontworpen dorp Borssele.
Zeeuws-Vlaams grootgrondbezitter
In 1656 verscheen bij Nicolaas Visscher een kaart
van landmeter Jac. Mogge, getiteld 't Meerendeel
van 't oost-vrye in Vlaenderen, vertonende
d'oprechte gelegentheit der Landen, Fortressen,
Schansen ende de nieuw bedijekte Polders.2'' Deze
kaart van het westelijk gedeelte van Staats-
Vlaanderen was door Mogge, blijkens de fraaie
cartouche, opgedragen aan Hendrick Thibaut en
de Vlissingse burgemeester Adriaan van Hecke.
Bij Van Hecke wordt in de cartouche als eerste, en
dus belangrijkste, genoemd "civitatus Flissinga-
nae Consuli Primario", oftewel burgemeester van
Vlissingen. Hoewel diverse bestuursfuncties van
Thibaut worden genoemd, ontbreekt zijn burge
meesterschap van Middelburg in de titulatuur.
Zoals we verderop zullen zien, ligt de reden hier
voor in het feit dat de kaart verscheen ten tijde
van Thibauts politieke dieptepunt.
De familiewapens van beide heren tooien de
cartouche, die verder aan weerszijden voorzien is
van twee figuren. De rechter figuur (Hermes)
verzinnebeeldt de handel. De linker figuur
(mogelijk Ceres of Demeter) met korenschoof
representeert de landbouw. Beide figuren verwij
zen naar de pijlers onder de rijkdom van deze
twee burgervaders. Wat Thibaut en Van Hecke in
de cartouche bond, was dat zij golden als dé
grootgrondbezitters van westelijk Zeeuws-Vlaan-
deren. In 1665 mocht Thibaut zich, met zijn bezit
van 1.010 hectare landbouwgrond op een totaal
areaal van 21.154 hectare in West-Zeeuws-Vlaan-
deren, de grootste particuliere grondbezitter noe
men.26 Zijn politieke tegenstanders schreven in
een pamflet dat hij "meer landt aen Schorren
ende dyckag'ie [bezat] als gheheel Walcheren".27
P.J. van Cruyningen berekende dat Zeeuwse én
Hollandse grondbezitters gezamenlijk 8.372 hec
tare landbouwgrond in West-Zeeuws-Vlaanderen
bezaten.28 Thibaut was in zijn eentje al goed voor
bijna 12,5% hiervan! Hoewel veel rijke Zeeuwen
geld belegd hadden in Zeeuws-Vlaamse land
bouwgrond en hofsteden, moet Thibaut met zijn
enorme grondbezit toch echt een buitenbeentje
zijn geweest onder de Zeeuwse burgerij. Bezit in
Zeeuws-Vlaanderen was en bleef toch een risico
volle belegging; dijkdoorbraken, oorlogen en
inundaties hadden het gebied geen goede naam
bezorgd en bleven ook na 1648 een reële bedrei
ging vormen.
Hendrick Thibaut
99