opgekweekt in de Millennium Seed Bank in West Sussex. Een van de zaadjes ontwikkelde zich tot een zeldzame acaciasoort. Dit soort vondsten maakt deze buitbron zo interessant om te ontslui ten en leuk om te lezen. De publicatie van deze Sailing Letters heeft dan ook terecht internatio nale aandacht gekregen en het project heeft inmiddels wereldfaam verworven. De brieven leren ons soms opmerkelijke feiten. Zo kunnen we er bijvoorbeeld uit opmaken dat slaven in de West dikwijls op betere medische verzorging konden rekenen dan soldaten en ander personeel van de West-Indische Compagnie. De slavenartsen waren universitair opgeleide medici, terwijl het soldaten- en scheepsvolk van de Com pagnie het met niet-academisch geschoolde chi rurgijns moest stellen. De W1C werd niet gedre ven door mensenliefde, maar besefte maar al te goed dat slaven sterk en gezond moesten zijn voor het zware werk op de plantages. Daarentegen hadden slaven geen recht op geestelijke verzor ging, terwijl kolonisten voor hun religieuze heil en zegen op predikanten uit Nederland konden rekenen. Overigens was het leven tijdens de over steek voor beiden geen pretje, zo maken de brie ven wel duidelijk. Al ging de reis wel naar het Caraïbisch zeegebied, het was bepaald geen cruise. Het zware werk aan boord (voor zeelieden die (zee)lui waren, was geen plaats), de eindeloze verveling, de beroerde hygiëne, besmettelijke ziekten, het gebrek aan variatie in het eten en het slechte drinkwater (het water was soms zo smerig, zo valt ergens te lezen, dat bij het drinken de tan den op elkaar moesten worden gehouden om als een zeef het op het water drijvende vuil en in de het vocht krioelende beestjes tegen te houden) eisten een hoge tol en veel opvarenden eindigden de oversteek op de bodem van de Oceaan. Dat zeereizen in die tijd geen lolletje waren, dat wis ten we uiteraard al, maar niet uit het getuigenis van de gewone man. Afgezien van dit soort saillante wetenswaar digheden over het dagelijks leven aan boord, vor men de Sailing Letters een prachtbron voor onderzoek naar de Nederlandse maritieme en koloniale geschiedenis, de mentaliteitsgeschiede nis, navigatietechniek enzovoort. Een bijzonder belang bieden sommige stukken voor linguïstisch onderzoek: de brieven zijn vaak in Zeeuws dialect geschreven en laten zien hoe bepaalde woorden mogelijk werden uitgesproken. Het literaire taal gebruik en de taal van de kleine bovenlaag van de samenleving kennen we, maar tot op heden weten onderzoekers nauwelijks iets van het alle daagse taalgebruik van de gewone man en vrouw. Piet van Sterkenburg schrijft over het zeven- tiende-eeuws Guadeloupe in Zeeuws dialect in zijn bijdrage "Onse negerssvolc soo kijven omdat negerijnen haer niet en wijlt laten fijke fijke" - een pikant citaat uit een brief van de Zeeuw Adriaen Adriaensen uit december 1664. De uitgave van dit boeiende archiefmateriaal is voorbeeldig verzorgd. Na een verantwoording waarin het project Sailing Letters, de transcriptie methode en de opbouw van het Journaal worden toegelicht, wordt in elf hoofdstukken een keuze uit de bijna vijftig brieven gepresenteerd. Iedere brief wordt voorafgegaan door een inleiding van een specialist en gevolgd door een uitvoerig notenapparaat waarin historische termen worden verklaard. Het boek besluit met een literatuurlijst, een samenvatting in het Engels en een register dat het Journaal ontsluit op scheeps-, persoons- en geografische namen. Net als deel I van het Journaal is ook het tweede deel royaal en prach tig geïllustreerd; de afbeeldingen zijn goed geko zen en verhelderen en verlevendigen de presenta tie van het materiaal. De bijgevoegde dvd is een feest. Omdat de brieven niet in hun geheel zijn opgenomen, was de redactie wetenschappelijk wel verplicht het volledige materiaal in digitale vorm bij te voegen. Ook maken de scans de transcriptie in het boek controleerbaar. Van iedere afbeelding zijn twee versies op de dvd geplaatst (een in tiff- en een in jpgformaat), een met een hoge en een met een relatief lage resolutie. De uitgave van deze Sailing Letters is mis schien wel een van de mooiste bronnenpublicaties die de afgelopen jaren het licht hebben gezien 2. De geschiedbeoefening moge dan soms lijden aan 118 Boekbesprekingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 40