Signalering
onzinnige canondebatten of misplaatste populari
sering die het onderscheid met provinciale jour
nalistiek doet vervagen, dit boek maakt duidelijk
dat het ook anders kan. De bezorgers Van der
Doe, Moree en Tang, alsook de Koninklijke
Bibliotheek en uitgeverij de Walburg-Pers, laten
zien hoe je met moderne middelen een historische
bron verantwoord én aantrekkelijk kunt ontslui
ten en uitgeven. Evenals Journaal I dat twee jaar
geleden verscheen, is het tweede deel een ideaal
boek geworden: hier is een goed doordacht, over
tuigend evenwicht gevonden tussen papieren en
digitale bronnenontsluiting, de wetenschappelijke
verantwoording is voortreffelijk, het boek is
prachtig vormgegeven, en je koopt het voor de
prijs van een reisgids van de Caraïben. Wat wil je
nog meer
Frits Smulders
Noten
1 De dominee met het stenen hart en andere overzeese
briefgeheimen (Sailing Letters Journaal I). Onder redac
tie van Erik van der Doe, Perry Moree en Dirk J. Tang,
en met medewerking van Peter de Bode. Walburg-Pers,
Zutphen, 2008. ISBN 978.90.5730.557.3.
2 Zie www.kb.nl/sl voor meer informatie over het project
Sailing Letters.
Wietse Veenstra, Gewestelijke financiën ten tijde
van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Zeeland (deel 7) 1573-1795, Den Haag 2009, 309
p., geïllustreerd. ISBN 978-90-5216-168-6. Prijs
45,-.
In 1990 begon het Instituut voor Nederlandse
Geschiedenis met de ontsluiting van de belang
rijkste gegevens over de gewestelijke overheids
financiën van vóór 1795. Met het werk over Zee
land, dat in samenwerking met de Vrije
Universiteit en het Zeeuws Archief tot stand
kwam, is het project voltooid. Behalve een uit
gebreide toelichting op het financiële bestel van
de Republiek en van het gewest Zeeland bevat
het boek meer dan tweehonderd pagina's tabellen
en grafieken, waarin de ontwikkeling van de
gewestelijke inkomsten en uitgaven tot in het
kleinste detail zichtbaar wordt. Belastingen op
zout, azijn, paarden, tabak, kaas, turf, brandhout,
'hoornbeesten', 'vette beesten' en schoengeld;
belastingen op onroerend goed, vermogen en
inkomen, dienstbodegeld: al deze bronnen van
inkomsten komen uitgebreid aan de orde. Het
zelfde geldt voor de uitgaven, die onderscheiden
worden in 'generale lasten', zoals de bezoldiging
van soldaten en de maritieme verdediging, en dc
'provinciale lasten'.
Het is duidelijk dat we hier niet te maken heb
ben met een werk dat voor een breed publiek is
geschreven. Het is een belangrijke bronnenuit
gave, geschreven voor en door specialisten, die
niet alleen licht werpt op de financiering in de
Republiek, maar die ook het een en ander duide
lijk maakt over het belang van het gewest Zee
land voor dc Republiek als geheel. Negen procent
van de gelden die de Republiek nodig had om
leger, vloot, bestuur en rechtspraak te financie
ren, was, zo blijkt uit deze studie, afkomstig uit
het gewest Zeeland.
Albert L. Kort
Boekbesprekingen/Signalering
119