Aanwinsten december De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem stuurde een nummer van de Haarlemse voordrachten LXX (2010), met de titel Water als basis voor menselijke ontwikke ling. Hierin twee voordrachten, gehouden door prins Willem Alexander en dr. Rudy Rabbinge, hoogleraar Duurzame ontwikkeling en Voedsel zekerheid, Wageningen Universiteit. De lezingen gaan over kwalitatief en kwantitatief waterbe heer, watertekorten, wereldvoedselproductie en voedselzekerheid. Al bijna tien jaar geleden heeft de wereldgemeenschap gezamenlijke doelen afge sproken voor de mondiale ontwikkeling: de zoge noemde Millennium Development Goals (MDG's), die door alle lidstaten van de Verenigde Naties werden onderschreven. Met name MDG 1 (halve ring honger en armoede vóór 2015) en MDG 7 (beter beheer van ecosystemen) zijn van grote betekenis voor de wereldvoedselsituatie. Traditie, tijdschrift over volkscultuur en immate rieel erfgoed (zomer 2010), brengt verhalen over de tradities rondom Prinsjesdag, Joodse feesten en de Nijmeegse Vierdaagse. Op de derde dinsdag in september spreekt de koningin in de Ridderzaal de troonrede uit. Deze ceremonie is een van de sleutelmomenten in onze democratie en gaat gepaard met tal van rituelen. De eerste troonrede werd in 1814 uitgesproken. In 1887 viel de dag voor het eerst op de derde dins dag in september. Het Jodendom kent tal van belangrijke feest dagen. De twee belangrijkste zijn Jom Kippoer, de Grote Verzoendag, en Rosj Hasjana, het joodse Nieuwjaar. Ook andere feesten zijn traditioneel van belang, zoals Pesach, het joodse Pasen en Soekot, het Loofhuttenfeest. Doordat het Joden dom geen centraal gezag kent sinds de joden zich over de wereld hebben verspreid na de laatste verwoesting van de tempel, zijn geboden en ver boden, samen met de joodse feesten, van groot belang voor de identiteit van het Joodse volk. De Nijmeegse Vierdaagse ten slotte geldt als de grootste wandeltocht ter wereld. Vaste rituelen zijn ook hier van belang, zoals het blarenbal en de inkomst in de Via Gladiola, in het dagelijks leven de Sint Annastraat. Amstelodamum, maandblad voor de kennis van Amsterdam (2010, 2), is ditmaal een themanum mer over stadsarchitecten. Om het bouwen in de stad in goede banen te leiden werd een stedelijke dienst ingesteld, die tot 1746 het Stadsfabriek- ambt heette, tot 1856 Stadswerken en gebouwen en daarna tot 1992 Publieke Werken. De eerste stadsarchitect werd in 1648 aange steld: Daniel Stalpaert. De laatste stadsbouw meester was Chris Nielsen; daarna verdween de functie in 1969. In kunsthistorisch onderzoek wordt het ont werpen als de belangrijkste activiteit van de stadsarchitect beschouwd. In dit themanummer zien we echter dat ontwerpen een relatief klein onderdeel van het werk was. Oplossingen zoeken voor tijdgebonden problemen die vaak samenhan gen met krimp of groei van de stad, maakten van de architect soms meer een bestuursambtenaar dan een scheppend kunstenaar. P. Vlaardingerbroek behandelt de eerste stads architect, Daniel Stalpaert. G. Medema schrijft 'Met principes van eer. Ingenieurs aan de leiding in het Amsterdamse stadsbouwbedrijf (1746-1777)'. Zij moesten een impuls geven aan de architectuur ontwikkeling in de stad, maar volgens de auteur was hun taak meer gericht op een verbeterde en kostenbesparende organisatiestructuur. Daarna bespreekt G. Hoogewoud het werk van de stadsarchitecten Bastiaan de Greef en Willem Springer. 'Alles behalve een persona grata. De kortston dige carrière van A.W. Weissman als gemeentear chitect (1891-1894)' is geschreven door C.P. Krabbe en J. Smit. Weissman werd, ondanks zijn werklust en een aantal beeldbepalende gebouwen die door hem ontworpen zijn, al na drieënhalf jaar gedwongen zijn ontslag in te dienen. Het laatste artikel is van de hand van V. Stissi: 'De stad als heel grote broer. Het nieuwe Amsterdam van Hulshoffs Afdeling Gebouwen (1915-1940)'. Aanwinsten 155

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2010 | | pagina 37