zijn werk op dit gebied was de vertaling van het
boek The Gardeners Kalendar (Londen 1734) van
Philip Miller. In Engeland was dit boek zeer popu
lair en beleefde herhaaldelijk nieuwe uitgaven, nog
tot ver in de negentiende eeuw. In Nederland
bracht de Haarlemse uitgever Jan Bosch Basters
J. BOSCH,ijÉ<y~
Titelpagina van Maandelijksche Turnoefeningen, 1767. Dit boek
verscheen oorspronkelijk als The Gardeners Kalendar, geschre
ven door Philip Miller, in 1734 te Londen. Baster vertaalde het
werk naar het Nederlands. De ets op de titelpagina is van Cor
nells van Noorde, 1766.
vertaling uit onder de titel Maandelijksche turnoe
feningen. Het verscheen in 1767 en er volgden al
spoedig heruitgaven, tot in de negentiende eeuw.
Het boek geeft een gedetailleerde beschrijving van
de verzorging van groenten, fruit, bloemen en
heesters voor elke maand van het jaar. Veel aan
dacht gaat uit naar de verzorging van de Primula
auricula, die destijds ook of vooral in Zeeland zeer
gewild was en die men in de tuin tentoonstelde in
speciaal daarvoor vervaardigde bloemenrekken,
soms voorzien van een soort tentje. Dit waren de
zogeheten bloemtheaters, waarvan er in Zeeuwse
tuinen de nodige waren te vinden.26 De titelprent
die zijn vaste illustrator Cornells van Noorde ont
wierp, is ontleend aan die in Miller en toont ver
schillende activiteiten van de hovenier in de tuin.
Behalve deze vertaling verzorgde Baster in
1768 ook de Nederlandstalige uitgave van een
werkje over kruidkunde, dat Miller apn de Verhan
deling over de voortteeling der dieren en planten
van Linnaeus had toegevoegd. In 1772 verscheen
een herdruk hiervan. Baster had het voornemen
om ook andere boeken te vertalen, maar dat bleef
onuitgevoerd.27
Besluit
Met zijn grotwerk, goudvissen en bijzondere
planten was Het Zonnehof een uitgelezen plaats
voor Job Baster om zich aan het vermaak van de
wetenschap te wijden. De schelpen en stenen die
normaal gesproken binnen werden bewaard, had
hij naar buiten gebracht door ze in tuinornamen-
ten te verwerken. Omgekeerd had Baster ook
levende natuur in zijn huis binnengelaten door
een grote glazen vaas met goudvissen in zijn
voorkamer op te stellen. In huis bewaarde hij ook
zijn bibliotheek en de rest van de wetenschappe
lijke collectie naturalia, zoals botjes van dieren
en zeldzame natuurstenen. Tuin en huis vormden
zo samen de elementen die een hortus botanicus
bij een universiteit ook had: een galerij met boe
ken en natuurlijke schatten, en een buitenruimte
met bijzondere planten. Baster had met zijn goud
vissen aan de collectie naturalia en flora in zijn
privéhortus ook nog exotische fauna toege
voegd.28
Na het overlijden van Job Baster deed zijn
weduwe de grote boekenverzameling van de hand,
die in Leiden werd geveild. Ook de tuin en het huis
aan de Oude Haven verkocht ze en ze verhuisde
vervolgens naar Utrecht. Daar hertrouwde ze in
1777 met Isaac Falck en overleed in 1794.
Bij de openbare verkoop in 1775 kocht Daniël
Anthonie Massis Het Zonnehof. Massis was de tien
jaar daarvoor stadsdokter geweest en sinds een
jaar curator van de Latijnse school. Tevens zat hij
in het stadsbestuur. Na het overlijden van Massis
ging de tuin in 1801 over in handen van de griffier
Boudewijn Boom. De hof was later eigendom van
de houtvester Willem Dignus de Jonge. Deze zette
"de vruchtbare en aangename tuin" in 1822 te
12 Een theater voor 'turnoefeningen'