tuur, namelijk vanuit de invalshoek van biologi
sche mechanismen. Hij komt tot de conclusie dat
een universeel antwoord op de vraag niet te
geven is. Wat wel of niet geoorloofd is, zal afhan
gen van de positie die men inneemt in het evolu
tionaire spel en van de omstandigheden waaron
der het individu of een hele groep moet overle
ven.
De leerlingen van het Drachtster Lyceum wil
den een 'verfrissend' antwoord geven door de
maatschappij te bekijken vanuit hun perspectief.
Ze komen er echter achter dat hun morele oorde
len niet wezenlijk afwijken van die van de oudere
generaties.
Misschien is dit initiatief van de Koninklijke
Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en
NRC Handelsblad een voorbeeld ter navolging
voor het Zeeuws Genootschap?
De Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten te
Hulst zond het jaarboek 2009-2010, Cornelius
Jansenius van Hulst, 1510-1576. Theoloog en Pas
tor Bisschop van Gent.
Cornelius was een kernfiguur in de Zuidelijke
Nederlanden van die tijd. Er heerste veel onenig
heid en drang naar wereldlijke en kerkelijke
macht. Zijn dagelijkse zorg ging uit naar de
slachtoffers van de pest en armoedige levensom
standigheden. Hij was ervan overtuigd dat de bij
belse benadering van het geloof aan christenen
de basis gaf om niet op te geven in die onrustige
tijden. Tegenover de calvinisten was hij een
bekwame gesprekspartner, maar ook belangrijk
was zijn duidelijkheid tegenover de katholieken.
Hij verafschuwde afwijkingen als visioenen, bij
geloof, dubieuze praktijken en waarzeggerij. In de
acht jaar durende periode als herder van het bis
dom Gent ijverde hij voor de rechten van de
armen en voor sociale rechtvaardigheid.
Verschillende auteurs schrijven over de ver
anderende samenleving in zijn tijd, de geschiede
nis van zijn familie in Hulst, en het reilen en zei
len van bestuurders: schepenen, notabelen en
landsheren. Ook wordt de uitgebreide biografie
van Cornelius Jansenius van Hulst gegeven.
Het Volkscultuur Magazine (2010, 3) is voor een
belangrijk gedeelte gewijd aan Zeeland. De
directeur van het Nederlands Centrum voor
Volkscultuur, Ineke Strouken, vindt dat Zeeland
een van de provincies is die optimaal hebben
meegedaan aan het Jaar van de Tradities. In het
artikel 'Afsluiting van het Jaar van de Tradities
in Zeeland' worden de volgende tradities
genoemd: het ringrijden, de Yerseksche Koenckel-
potfanfare, het stoeltjesrijden in Wemeldinge, het
sfraorijden op Schouwen en de sinds 2008
opnieuw in het leven geroepen Sacramentspro
cessie in Kwadendamme.
Uit Oostenrijk ontving het KZGW zoals elk jaar
een dik pak publicaties, waaronder het Jaarboek
2010, een aantal nummers van het periodiek
Blatter für Heimatkunde, het boek Ex libris
gestern und heute, en een reisverslag uit het jaar
1810 in Obersteiermark: Aus Erzherzog Johanns
Tagebuch (herausgegeben von Franz Ilwolf 1882).
Dit reisverslag werd uit meerdere gekozen, onder
andere omdat het het eerste reisverhaal is waarin
zo'n groot gedeelte van de Oostenrijkse Alpen
beschreven wordt, maar ook omdat werkelijk
niets aan de aandacht van de aartshertog ont
snapte. Hij verzamelde en beschreef stenen en
planten, bestudeerde de toestand in scholen en
kerken, bezocht plaatsen waar mijnbouw bedre
ven werd en ijzersmelterijen en hij liet zich uitge
breid informeren over de sociale en economische
omstandigheden onder de boerenbevolking.
Ook uit Graz een jaargang van het tijdschrift
Transversal, een tijdschrift voor Joodse studies,
uitgegeven door het Centrum für Jüdische Stu
diën der Karl-Franzens-Universitat Graz. Een
nummer heeft de naam Pop; hieruit blijkt dat de
beschrijving van de Joodse popcultuur lang is
verwaarloosd in Europese publicaties.
Een tweede nummer gaat over (Kulturelle)
Übersetzung. Pas sinds de jaren tachtig van de
vorige eeuw is de nadruk meer komen te liggen
op uitleg van culturele aspecten in teksten in
plaats van op letterlijke vertalingen. D.M. Salzer
houdt zich in haar artikel 'Das alte Gebaude fast
Aanwinsten
29