Goudvissen, rederijkers en een fossielenatlas Van auteur, columnist en chronisch querulant Jacques Gans (1907-1972) verscheen in 1940 het ten onrechte bijna vergeten boek Liefde en goud vissen. Eveneens vergeten lijkt de man die aan het einde van de achttiende eeuw de goudvis in Nederland introduceerde, vanuit een buiten plaatsvijver in Zierikzee: Joh Baster, een veelzij dig geleerde die driehonderd jaar geleden werd geboren en een van de eerste leden van het Genootschap was. Martin van den Broeke, werk zaam op het ministerie van (onder meer) Land bouw en onderzoeker van Zeeuwse buitenplaat sen, schetst een portret van deze gedreven wetenschapper. Een van de belangrijkste uitgaven van de laatste jaren die mede door het Genootschap werd mogelijk gemaakt, is een atlas van voornamelijk in Zeeland gevonden fossiele schelpen aan de Nederlandse kust. Eerste auteur Peter Moerdijk, lid en voormalig voorzitter van de werkgroep geologie, doet verslag van het jarenlange onder zoek dat aan het boek voorafging. Het is mis schien een wat 'taai' wetenschappelijk artikel geworden, maar ook dat hoort in dit blad thuis. Voorts is het stuk fraai geïllustreerd, met afbeel dingen die door de auteur zijn geleverd en verza meld door beeldredacteur Roosanne Goudbeek. Het Genootschap is oud. Niet alleen de orga nisatie, maar ook de meeste leden. Marktonder zoeker Wim van Liere onderzocht het afgelopen jaar waarom onze organisatie vergrijst en waarom steeds minder mensen op de een of andere manier actief zijn. De uitkomsten van zijn afgelopen jaar onder de leden gehouden enquête stemmen niet tot vrolijkheid. Toch doet hij in de rubriek Genootschapszaken enige aanbevelingen die op korte termijn resultaten kunnen opleveren. Een oproep in de vorm van een artikel lijkt op het eerste gezicht een wat vreemde eend in de bijt. Hoogleraar oudere Nederlandse letterkunde Bart Ramakers, verbonden aan de Universiteit Groningen, zoekt professionele en amateuronder zoekers die zich willen verdiepen in bronnen over de Zeeuwse rederijkerscultuur. Doel is een boek te maken, dat zal verschijnen in de serie rederijkers studies van uitgever Amsterdam University Press, dat de eerste vijf delen al publiceerde. De bijdrage van Ramakers is niet louter een oproep. Hij maakt duidelijk wat het belang van de rederijkers was in de vroegmoderne tijd. Korte bijdragen over deel onderwerpen zijn welkom, maar ook studies die mogelijk een promotie kunnen opleveren. 'Goed' of 'fout' in de Tweede Wereldoorlog blijft een interessant onderwerp dat historici (en histo riografen) al sinds 1945 bezighoudt. De laatste jaren lijkt die aanvankelijk zo duidelijke tegen stelling wat te vervagen. Dat begon jaren geleden met het boek Grijs Verleden van historicus Chris van der Heijden en die stroming krijgt op plaatse lijk niveau een van de (vele) vervolgen met de biografie van de Vlissingse NSB-burgemeester Callenfels. Hoe 'goed' of'fout' was deze man? Ondergetekende heeft het boek gelezen en bespreekt het hierna. Ik heb wel een oordeel over het boek, maar wat is dat waard van een in 1960 geboren betrek kelijke buitenstaander? Reacties van lezers die Callenfels meemaakten, ziet de redactie dan ook graag tegemoet. Een aantal lezers mopperde over de recensie in het vorige nummer van Zeeland van een 11-jarige over een stripboek dat tweeduizend jaar Zeeuwse geschiedenis behandelt. Zo'n bespreking zou mis staan in een wetenschappelijk tijdschrift, althans een tijdschrift met die pretentie. Ten onrechte, lijkt mij. Volgens de makers is het stripboek bedoeld voor "4- tot 94-jarigen", dus waarom zou een kind niet haar frisse opinie kunnen geven in plaats van een hooggeschoolde heer of dame op leeftijd? Eric-Jan Weterings Introductie 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 3