Ze
wen. Louis' nicht, mevrouw Wolters, verzamelde
na zijn dood zorgvuldig al zijn nagelaten papie
ren, Mary Platier-van Engeland ordende het
materiaal en interviewde mensen die Heymans
hebben gekend, en Lydia Wolterbeek-van der
Vlerk schreef de tekst. Het resultaat is een goed
geschreven en zeer leesbaar verhaal dat recht
doet aan alle aspecten van deze actieve en veel
zijdige man, die ook zijn tragische kanten had.
Het boek levert een goede bijdrage aan de
geschiedenis van het Zeeuwse kunstleven voor en
na de Tweede Wereldoorlog en zal met plezier
gelezen worden door allen die Heymans hebben
gekend, inclusief zijn vele oud-leerlingen.
Alleen jammer dat zijn artistieke productie
wat in de schaduw blijft. Ook bij de illustraties
valt de nadruk op de gelegenheidsgrafiek en de
affiches. Vooral zijn schilderijen hadden meer
aandacht verdiend. Ook al vormen ze niet de
sterkste kant van zijn werk, ze verschijnen nu
toch langzamerhand regelmatig op de landelijke
kunstmarkt. Ook daarom is het goed dat er nu een
goede biografie van Louis Heymans bestaat.
Ad Beenhakker
Clifford Crane Bear, Caroline van Santen en Lea
Zuyderhoudt, Zwartvoet Indianen. De collectie
Sprenger. Middelburg, Zeeuws Museum, 2010. 65
blz., illustraties in zwart-wit en kleur. ISBN 978-
90-74038-21-8. 5,-.
Omstreeks 1882 vertrekt Meinard Sprenger, een
zoon van de burgemeester van Domburg, naar
Canada om er een avontuurlijk bestaan te gaan
leiden. Hij komt terecht in de dan nog nauwelijks
ontsloten provincie Alberta, waar hij de Domburg
Ranch sticht en paarden en runderen gaat fokken.
Daar komt hij ook in contact met de Zwartvoet-
indianen uit het naburige Siksika-reservaat. Hij
gaat zich interesseren voor hun cultuur en brengt
een verzameling van hun kleding, sieraden en
gebruiksvoorwerpen bijeen. Rond 1901 komt hij
terug in Domburg, waar hij trouwt en in 1904 een
huis bouwt dat hij The Wigwam noemt (tegen
woordig het hotel met die naam). Dit huis wordt
versierd met zijn collectie Indiaanse voorwerpen.
Bij zijn dood in 1951 heeft hij de collectie ver
maakt aan het Zeeuws Genootschap. De voorwer
pen werden ondergebracht in het Zeeuws Museum
en gelukkig goed geconserveerd.
Sprenger was geen antropoloog en hij heeft
dan ook geen enkel geschrift nagelaten dat
inzicht zou kunnen geven in de aard van de ver
zamelde voorwerpen. Ook verder was er nauwe
lijks iets over bekend. Juist in de tijd waarin
Sprenger in Alberta arriveerde, werden de Zwart-
voets gedwongen in reservaten te gaan wonen en
hun nomadenbestaan op te geven. Daardoor ver
loren sommige gebruiksvoorwerpen hun beteke
nis. Ook in de eigen kringen van de Indianen is
veel informatie verloren gegaan, al hebben ze een
aantal tradities behouden.
In 2009 en 2010 hebben medewerkers van het
Zeeuws Museum een onderzoeksproject uitge
voerd, waarbij contact werd gezocht met enkele
Zwartvoet-experts om zoveel mogelijk informatie
over de Sprenger-collectie te verzamelen. Dit pro
ject resulteerde in een film, een tentoonstelling
in het museum en het hier besproken boekje; de
oral historian Clifford Crane Bear is een van de
auteurs.
Het boekje bevat een biografie van Sprenger,
een verhaal over de Zwartvoet-indianen, een
aantal prachtige foto's uit 1885-1900 en een
selectie kleurenafbeeldingen van voorwerpen uit
de collectie. Deze zijn van commentaar voorzien
door de vier experts. Voor hen was het bestaan
van deze collectie een grote verrassing. Maar
naar de juiste interpretatie van de voorwerpen
moesten ze zelf ook dikwijls gissen. In het boekje
komt ook de vraag aan de orde wat nu met deze
collectie moet gebeuren. Moet ze in Middelburg
blijven of teruggegeven worden aan de mensen
van Siksika? Deze collectie is ook voor de India
nen van grote waarde, niet alleen uit historisch
oogpunt maar ook om haar spirituele betekenis.
Een antwoord op die vraag wordt niet gegeven.
Het boekje is merkwaardig door de vormge-
36
Boekbesprekingen