Een toetsing van het Duitse bombardement van 17 mei 1940 op Middelburg aan het humanitaire oorlogsrecht Tobias van Gent Op 19 mei 2010 werd ter gelegenheid van de her denking van het bombardement op Middelburg het eerste exemplaar van het boek Middelburg 17 mei 1940. Het vergeten bombardement door de redac teur, historicus Peter Sijnke, aangeboden aan de Nederlandse minister van Defensie Eimert van Middelkoop. Het boek beoogt op basis van nieuw bronnen onderzoek af te rekenen met enkele (hardnekkige) mythes over de zwartste dag uit de Middelburgse geschiedenis. Op 17 mei 1940 werd een omvang rijk deel van de Zeeuwse hoofdstad verwoest door het oorlogsgeweld. Bijna zeshonderd veelal monu mentale panden lagen vrijwel geheel in puin en talrijke andere werden beschadigd. Het aantal dodelijke slachtoffers bleef gelukkig beperkt tot waarschijnlijk minder dan twintig personen omdat de meeste inwoners het advies van de burgemees ter om de stad te verlaten hadden opgevolgd. In de conclusie van het boek schrijft Sijnke dat de ravage in de Middelburgse binnenstad niet is ver oorzaakt door een Duits luchtbombardement maar door een grote brand die het gevolg was van een Duitse artilleriebeschieting. Het feit dat een vrijwel aaneengesloten deel van het centrum werd ver woest en dat veel gevels overeind bleven staan, duidt nadrukkelijk op een stadsbrand. Specifieke omstandigheden zoals het weer (warm en droog), het tekort aan water, de gebrekkige uitrusting van de brandweer en vooral het feit dat de stad door de evacuatie van de bevolking vrijwel geheel was verlaten, waren er debet aan dat de beschieting uiteindelijk tot een grote en verwoestende vuurzee leidde. Het boek concludeert dat er geen sprake was van een systematisch geplande Duitse aanval op Mid delburg maar van een reeks van incidentele beschietingen van enkele uren (storingsvuur). De kanonnade was onderdeel van de zware strijd tussen de geallieerde en Duitse eenheden om het bezit van de strategische Sloedam die tussen Walcheren en Zuid-Beveland lag. Kortom, de verwoesting van de Middelburgse binnenstad was het gevolg van een tactische beschieting en niet van een strategisch bombar dement.' Onder een strategisch bombardement wordt verstaan een systematisch geplande en uit gevoerde aanval die een hoger autonoom doel dient, bijvoorbeeld de tegenstander tot overgave te dwingen. In dit verband wordt er ook wel gesproken van een terreurbombardement omdat het voornaamste oogmerk zou zijn de bevolking te terroriseren om haar moreel te breken. Niet iedereen is het eens met de conclusie van het boek Middelburg 17 mei 1940. Het vergeten bombardement. In een artikel in de PZC van 22 mei 2010 schrijft oud-staatsraad Jan van der Weel dat de aanval op Middelburg in strijd was met het humanitaire oorlogsrecht, waarbij hij zelfs de term terreurbombardement gebruikt. Hij vindt het dan ook een manco van het boek dat niet alleen een juridische, maar zelfs ook een morele veroordeling van het bombardement op Middelburg ontbreekt.2 In dit artikel worden deze vraagstukken alsnog aan de orde gesteld. Een moreel oordeel vellen Ten aanzien van een mogelijke morele veroorde ling van het bombardement openbaart zich een kenmerkend verschil in benadering tussen histo rici en juristen. Recht is een normatieve weten schap die zich tot doel stelt om normen voor gedrag vast te leggen en ook toe te passen. Geschiedenis is daarentegen over het algemeen een descriptieve wetenschap die probeert vanuit een zekere distantie weer te geven wat er in het verleden is gebeurd, zonder daarbij in termen als goed of fout te denken of daaraan morele stand punten te verbinden. Dit verschil kwam bijvoorbeeld ook treffend tot uiting in een recente column van Co Colijn in Vrij Nederland over een vergelijkbaar vraagstuk De foto's bij dit artikel zijn van de Middelburgse fotograaf Corneel Pieter Snijders. Zie pag. 73 e.v. Duits bombardement 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 21