tot afspraken te komen die in juridische zin for meel aanvaard werden. De al eerder genoemde Draft Hague Rules of Air Warfare" zijn hiervan een aansprekend voorbeeld. Van der Weel stelt echter dat dergelijke conventies wel de opinie van deskundigen weergeven en dat zij volgens som migen zelfs de status van gewoonterecht heb ben.12 Bekend is ook dat in de Tweede Wereldoor log het personeel van de verschillende lucht machten tijdens hun opleiding werd gewezen op het bestaan van deze regels, maar wel met de opmerking dat ze niet bindend waren.13 Naast het al eerder genoemde artikel 22 is bij de juridische beoordeling van het bombardement op Middelburg in 1940 artikel 24 uit de Draft Hague Rules of Air Warfare van belang. Lid 1 van artikel 24 uit dit ontwerpverdrag stelt dat lucht bombardementen alleen zijn toegestaan op mili taire doelen. Lid 2 verduidelijkt dit door aan te geven dat hieronder wordt verstaan: militaire eenheden, militaire installaties en depots, wapen industrie en communicatie- en transportlijnen die gebruikt worden voor militaire doeleinden. Opvallend is vervolgens dat lid 3 en 4 van artikel 24 onderscheid maken tussen het bombarderen van steden en plaatsen die in of buiten het front gebied liggen. Volgens artikel 24.3 is het verbo den bevolkingscentra aan te vallen die niet in de buurt liggen van gebieden waar militaire opera ties plaatsvinden. Het daaropvolgende lid 24.4 bepaalt dat het bombarderen van steden, plaatsen en gebouwen die zich in de onmiddellijke nabij heid van landstrijdkrachten bevinden gelegiti meerd is, op voorwaarde dat de militaire concen tratie voldoende belangrijk is om een dergelijke aanval te rechtvaardigen waarbij rekening dient te worden gehouden met de gevaren voor de bur gerbevolking. De bepalingen van artikel 25 uit de Draft Hague Rules of Air Warfare zijn in grote lij nen vergelijkbaar met artikel 27 van het LOR. Onder andere kerken en ziekenhuizen zouden duidelijk gemarkeerd moeten worden teneinde ze zichtbaar te maken voor vliegtuigen. Artikel 26 van die Hague Rules geeft staten de mogelijkheid om historische monumenten te beschermen tegen luchtaanvallen door duidelijk gemarkeerde zones van bescherming van maximaal 500 meter om de desbetreffende gebouwen aan te leggen. De andere landen moeten al in vredestijd over deze zones worden geïnformeerd en neutrale vertegen woordigers mogen inspecteren of ze niet gebruikt worden voor militaire doeleinden. Wanneer de strijdende partijen zich in 1940 hadden gehouden aan de bepalingen uit de Draft Hague Rules of Air Warfare, dan had de conventie veel mogelijkheden geboden aan de Nederlandse autoriteiten om gerichte maatregelen te nemen teneinde het Middelburgse monumentale centrum te beschermen. In dit verband moet ook gewezen worden op de Draft Convention for the Protection of Civilian Populations Against New Engines of War,14 dat door Van der Weel in zijn boek niet wordt genoemd. Juristen uit enkele grote landen kwa men in 1938 bijeen in Amsterdam om regels op te stellen die ertoe zouden moeten leiden dat bur gers meer beschermd zouden worden tegen het moderne wapengeweld. Onder andere door Brits verzet werd ook dit verdrag echter uiteindelijk niet geratificeerd. Groot-Brittannië had vóór de Tweede Wereldoorlog een omvangrijke vloot aan bommenwerpers die ze in een toekomstige oorlog in Europa of in de koloniën zoveel mogelijk onge hinderd wilde kunnen inzetten.15 Artikel 2 van de Draft Convention for the Pro tection of Civilian Populations Against New Engi nes of War verbiedt het bombarderen van onver dedigde steden, havens, dorpen en gebouwen, ook als (artikel 3) het militaire karakter van derge lijke plaatsen niet duidelijk kan worden vastge- Duits bombardement 63

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 29