steld. De definitie van een "onverdedigde plaats"
(artikel 2) is dat er zich geen militaire eenheden,
installaties (waaronder munitieopslag, marine
werf, dokken, forten, loopgraven of barakken)
bevinden, ook niet binnen een radius van "x"
kilometer. Klaarblijkelijk kon men niet tot over
eenstemming komen over de minimale afstand
van militaire doelwitten ten opzichte van bevol
kingscentra. Maar het duidt erop dat de juristen
zich tijdens de besprekingen bewust waren van
het dilemma van een civiele aanwezigheid in een
militair frontgebied.
In navolging van de Draft Hague Rules of Air
Warfare werd in Amsterdam ook bepaald dat het
terroriseren van de bevolking door een luchtbom
bardement uitdrukkelijk verboden is (artikel 4).
Luchtaanvallen waren alleen toegestaan tegen
militaire eenheden, installaties of communicatie-
en transportlijnen (artikel 5.1), maar dergelijke
doelen mochten niet worden bestookt indien
daarbij ook burgerdoelen zouden worden getrof
fen (artikel 5.2).
Ten slotte is het van belang dat de Draft Con
vention for the Protection of Civilian Populations
Against New Engines of War een duidelijk onder
scheid maakt tussen bombarderen en luchtbom
bardementen. Zo staat in de artikelen 4 en 5
expliciet "aerial bombardment" en in artikel 2 en
3 "bombardment by whatever means". Onder dit
laatste wordt een artilleriebeschieting verstaan.
Gezien het bereik van het meeste geschut was een
dergelijk bombardement doorgaans alleen moge
lijk wanneer de stad of plaats zich in de nabijheid
van de frontlinie bevond. Luchtaanvallen konden
daarentegen ook worden uitgevoerd op de steden
die ver achter het front lagen. Ten aanzien van
het bombarderen van bevolkingscentra was er
nadrukkelijk meer toegestaan mits dit plaatsvond
in de (onmiddellijke) nabijheid van militaire ope
raties of militaire eenheden en installaties (zie
artikel 2 van de Draft Convention for the Protec
tion of Civilian Populations Against New Engines
of War en ook artikel 24.4 van de Draft Hague
Rules of Air Warfare).
De militaire praktijk
Hoe was op 17 mei 1940 die militaire situatie in
en om Middelburg? Onmiskenbaar is dat op die
dag de frontlijn op een zodanig korte afstand was
komen te liggen dat de stad zich nu letterlijk in de
vuurlinie bevond. Rond het middaguur slaagde
een kleine Duitse troepenmacht erin om over de
Sloedam te komen en een bruggenhoofd op Wal
cheren te slaan op nog geen zes kilometer afstand
van de Middelburgse binnenstad. De Duitse
opmars kwam vervolgens onder een dusdanig
zwaar spervuur te liggen van Franse mitrailleurs,
artillerie en scheepsgeschut, dat de voorhoede
64
Duits bombardement