Bommen en duurzaam bouwen - en weer Geert
De datum 17 mei 1940 is de zwartste dag in de
Middelburgse geschiedenis toen de binnenstad
werd verwoest door een Duitse beschieting. His
toricus en docent aan de Roosevelt Academy
Tobias van Gent belicht in dit nummer een aspect
dat eerder onderbelicht bleef. In het artikel 'Een
toetsing van het Duitse bombardement van 17
mei 1940 op Middelburg aan het humanitaire
oorlogsrecht' werpt hij een aantal prikkelende
vragen op. Eerder liet Van Gent zich al uit over
deze kwestie, wat hem een aantal stevige reacties
opleverde. Nu hij hier zijn mening 'wetenschap
pelijk verantwoord' verwoordt, lijken weerwoor
den dan ook niet uit te kunnen blijven. Wordt dus
waarschijnlijk vervolgd.
Bij de zoektocht naar illustraties bij het arti
kel van Van Gent stuitte beeldredacteur Roos-
anne Goudbeek op een bijzondere bron: stereo
foto's van de 'foute' fotograaf Corneel Fieter
Snijders. Opvallend is dat op zijn foto's geen
Duitser is te zien, maar louter^uinhopen en
ogenschijnlijk toevallige passanten. Werkte Snij
ders voor de Duitsers? En wie was deze man? In
een kort biografisch essay schetst Goudbeek een
beeld van deze vergeten Zeeuwse fotograaf.
Na puinhopen volgt wederopbouw. In de jaren
na de Tweede Wereldoorlog moest dat vooral snel
en sober gebeuren. Anno 2011 is er (financiële)
ruimte om aandacht te besteden aan meer dan
alleen het functioneel stapelen van stenen. De
Zeeuwse architect Levien de Putter, vennoot van
bureau Architecten Alliantie, houdt een pleidooi
voor integraal duurzaam wonen (in Zeeland).
Redactielid Albert Kort opent dit nummer met
'Een zware bevalling. De lange weg naar een
moderne gevangenis in Goes.' Kort lijkt zo lang
zamerhand de geuzennaam 'historische opper-
cipier van Zeeland' te verwerven, onder meer
dankzij eerdere publicaties als het boek Bromsnor
in Zeeland, over de rol van veldwachters in de
provincie. De gemeente Goes kreeg in 1865 voor
300.000,- een voor die tijd moderne gevange
nis. Maar wat maakt een verhandeling over een
nieuw cachot in een provincieplaats boeiend?
Onder meer een toelichting op het gevangeniswe
zen in Nederland in de negentiende eeuw.
Bij de vaste rubrieken ontbreekt deze keer
'Genootschapszaken' om de simpele reden dat er
weinig schokkende zaken zijn te melden. Natuur
lijk ontbreekt het onderdeel 'Aanwinsten' niet.
Truus Trimpe Burger-Mekking' maakte in haar
veelgelezen rubriek weer een selectie uit perio
dieken die het Genootschap van collega-organi
saties ontvangt. Dat levert bijna altijd verras
sende verhalen op: van de opkomst van de
Limburgse schutterijen in de dertiende en veer
tiende eeuw tot een artikel over de verhouding
tussen Amerikaanse bezetters en de bevolking
van Bremen in de jaren na de Tweede Wereldoor
log.
De rubriek 'Boekbesprekingen' blijft in dit
nummer beperkt tot twee besprekingen. Niet
omdat er te weinig kwalitatief goede (Zeeuwse)
boeken verschenen, maar wegens plaatsgebrek.
Als gevolg van (te) veel fraai beeldmateriaal
moest de redactie een keuze maken. En die viel
uit in het voordeel van veel mooie plaatjes.
Redactielid Ad Huiskes bespreekt De Sterke van
Saeftinghe van Paul de Schipper. Het levensver
haal van 'De Sterke' (Gustaaf de Maaijer) leest als
een roman, meent Huiskes. Verder aandacht voor
een klein boekje van Arjen Fortuin, dat ver
scheen in de fraaie Slibreeks van het CBK. Daarin
schetst de auteur de jeugdjaren in Vlissingen van
de later bekend geworden uitgever G.A. van Oor
schot. Volgend jaar moet een biografie (van For
tuin) van deze markante Zeeuw verschijnen.
Van Oorschot - die 'jongelui' als Gerard Reve
en W.F. Hermans halverwege de vorige eeuw de
kans gaf te debuteren - is in Zeeland thans bijna
vergeten.
In het nog eindeloos te ontwikkelen Schelde-
kwartier in Vlissingen zal toch wel ruimte zijn
voor een Van-Oorschot-Allée? Met een beeldje
van een man die een kruikje jenever drinkt en
een wanhopige boekhandelaar een wurgcontract
afdwingt? Vreemde veronderstellingen wellicht,
maar de bespreking biedt duidelijkheid.
Eric-Jan Weterings
Introductie
41