Een zware bevalling
De lange weg naar een moderne gevangenis in Goes
Albert L. Kort
Ze moeten verheugd, trots en opgelucht zijn
geweest, de regenten van de gevangenis in Goes,
toen ze op 1 september 1865 - na een halve eeuw
- eindelijk de beschikking kregen over een nieuw
gevangenisgebouw. Toegegeven, de prijs van
f 300.000,- was hoog, maar daar stond dan ook
wat tegenover: een groot en uiterst modern com
plex dat behalve een cellulaire gevangenis een
fraai gerechtsgebouw omvatte. Wat een verschil
met de vroegere situatie, toen de rechters in Goes
in het stadhuis zitting hielden en de meeste
gevangenen werden opgesloten in een paar
bedompte ruimten in de toren van dat gebouw!
De pret was evenwel van korte duur. Reeds twaalf
jaar na de opening, in 1877, werd de rechtbank in
Goes ontbonden en daarmee ook het Huis van
Arrest. Weliswaar bleef het gebouw tot 1925 in
dienst als strafgevangenis, door het teruglopend
aantal gedetineerden was het reeds aan het eind
van de negentiende eeuw duidelijk dat het veel te
groot was voor de oorspronkelijke bestemming.
Waarom moest Goes zo lang op een nieuwe gevan
genis wachten? Welke gevolgen had dat voor de
organisatie en voor de behandeling van de gedeti
neerden? Welke voordelen bood een modern
gebouw waarin de gevangenen niet langer
gemeenschappelijk, maar in afzonderlijke cellen
werden opgesloten? Alvorens we deze vragen
beantwoorden, moeten we eerst iets vertellen over
de gevangenisstraf in het algemeen en de organi
satie van het gevangeniswezen in de negentiende
eeuw.
Gevangenisstraf
De negentiende eeuw was getuige van grote ver
anderingen in de bestraffing van wetsovertreders
en misdadigers. Het doden, geselen, brandmerken
en verbannen van mensen die strafwetten hadden
overtreden, raakte hoe langer hoe meer in
onbruik. Halverwege de eeuw waren in vrijwel
geheel West-Europa en Noord-Amerika deze
straffen, op de doodstraf na, afgeschaft of ze
werden zelden meer opgelegd. In Nederland werd
al snel (1870) de doodstraf uit het burgerlijk
strafstelsel geschrapt. In andere landen bleef deze
straf weliswaar langer bestaan, maar werd hij
steeds minder toegepast en zeker niet meer in het
openbaar. Vanaf het eind van de achttiende eeuw
nam de gevangenisstraf in betekenis toe. Steeds
vaker kregen mensen die in afwachting van hun
vonnis op transportatie of lijfstraf zaten te wach
ten, gezelschap van strafgevangenen.
Aan het toenemend belang van de gevange
nisstraf lagen verschillende oorzaken ten grond
slag, waarvan we hier slechts de belangrijkste
kunnen aanstippen. Op de allereerste plaats moe
ten we wijzen op de vorming van nationale staten
waardoor verbanning naar vreemde streken niet
langer mogelijk was. Waar kon de overheid zijn
veroordeelden nog kwijt, als steeds meer gebieden
onder gezag van nationale staten kwamen te
staan? Verbanning zou in de praktijk neerkomen
op een zinloze ruil tussen de verschillende staten.
De toenemende weerzin tegen fysiek geweld
(inclusief de doodstraf) onder de negentiende-
eeuwse burgerij was een even belangrijke factor
in de toenemende populariteit van de gevange
nisstraf.'
Over het doel van de gevangenisstraf bestond
onder de rechtsgeleerden aanvankelijk een grote
mate van consensus: voorop stond het waarbor
gen van "de veiligheid van den burgerstaat en
deszelfs leden en inwoners". Dat doel kon alleen
worden bereikt door "den misdadiger buiten staat
te stellen van meer te misdoen" en door "den mis
dadiger en anderen af te schrikken". Om af te
schrikken moest de gevangenis, waar de veroor
deelde te eten kreeg en een dak boven het hoofd
had, op zijn minst de ellende van het dagelijks
volksleven overtreffen. Tot ver in de twintigste
eeuw werd dit argument gebruikt om humanitaire
hervormingen van het gevangeniswezen tegen te
houden. Er waren echter ook tegengeluiden, die
in de loop van de negentiende eeuw steeds sterker
doorklonken. Beïnvloed door de idealen van de
Verlichting zouden de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen en het in 1823 opgerichte Nederlandsch
Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevan
genen de nadruk leggen op de mensonterende
42
Goese gevangenis