Zeeland 20.2
STRAFGEVANGENIS
Voormalige strafgevangenis aan de Albert Joachimikade in Goes. Foto: Albert L. Kort.
omstandigheden waarin de gevangenen zich
bevonden. "Bij den nadenkenden menschenvriend
is dikwijls met weemoed opgemerkt", aldus de
oprichters van het Genootschap, "hoe jammerlijk
het gesteld is met den zedelijken toestand dier
ongelukkigen, welke, wegens gepleegde misdrij
ven, tot eene gevangenisstraf van één of meer
dere jaren zijn veroordeeld. In stede van, bij der-
zelver loslating, beter te zijn, en het kwade te
hebben afgeleerd, verlaten zij niet zelden het
gevangenhuis slechter dan zij hetzelve betra
den."2 Er moest in hun ogen een einde komen aan
de praktijk van de gemeenschappelijke opsluiting,
waarbij soms wel tientallen mensen in één ruimte
werden opgesloten. Eenzame of cellulaire opslui
ting was de enige manier om gevangenen op te
voeden tot fatsoenlijke burgers. Een misdadiger
werd gezien als iemand wiens ziel door het kwaad
was aangetast en omgang met andere misdadi
gers zou de ziel alleen maar verder besmetten.
Voor het verbeteren van de gevangene moest het
bedorven innerlijk van alle smetten worden vrij
gemaakt en waar kon dat beter dan in een cel,
waar hij in alle eenzaamheid aan de verbetering
van zijn innerlijk kon werken? Lukte dat niet na
één, dan misschien wel na vijfjaar.3
Niet iedereen echter was voorstander van cel
lulaire opsluiting. We zullen nog zien dat de dis
cussies tussen voor- en tegenstanders op het
scherpst van de snede werden gevoerd en ook in
de lokale kranten de nodige aandacht kregen.
Organisatie van het gevangeniswezen
Van een landelijk georganiseerd gevangeniswe
zen was vóór 1811 geen sprake. In de dorpen en
kleinere steden waren geen echte gevangenissen.
Verdachten werden opgesloten in plaatselijke
raadhuizen of stadspoorten voordat ze werden
verbannen of op transport werden gesteld naar
strafinrichtingen in verschillende steden van het
land. De Franse tijd bracht hierin verandering.
Vanaf 1810-1811 gold het Arrêté sur organisation
des prisons, waarin onderscheid werd gemaakt
tussen verschillende rechtbanken en dat was
gebaseerd op de rechterlijke indeling van het
land. Zo kwamen er 'politiehuizen', bedoeld voor
kortgestraften (maximaal vijf dagen) in iedere
plaats waar een vredegerecht (het latere kanton
gerecht) was. De Huizen van Arrest, bestemd voor
verdachten van misdrijven en mensen die in
voorlopige hechtenis werden gehouden, kwamen
in steden waar een Rechtbank van eerste aanleg
(de latere arrondissementsrechtbank) stond. Hui
zen van Justitie waren gekoppeld aan de Hoven
van Assisen en waren bedoeld voor degenen
tegen wie een bevel van gevangenneming was
uitgevaardigd door het Keizerlijk Hof in Den
Goese gevangenis
43