Haag. Het Hof van Assisen (het latere Provinciaal Gerechtshof) bevond zich in Middelburg. De indeling overleefde de Franse tijd en pas in 1821 werd het gevangeniswezen gereorganiseerd. Nu werd er onderscheid gemaakt tussen: - Huizen van Bewaring, bedoeld voor lichtge- straften; - Huizen van Arrest, bestemd voor verdach ten van misdrijven; - Huizen van Justitie, bestemd voor veroor deelden die in hoger beroep waren gegaan; - Provoosthuizen, bestemd voor militairen; - Strafgevangenissen, bedoeld voor veroor deelden wegens misdrijven. Deze indeling zou tot 1886 blijven bestaan. Aangezien de stad Goes het centrum was van het arrondissement Goes, dat behalve de Bevelan- den het oostelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen omvatte, werd de gevangenis in 1811 officieel een Huis van Arrest. Omdat Goes ook een vredege recht kende, fungeerde de gevangenis tevens als Huis van Bewaring. Tijdens het Franse bestuur hielden 'Onbezol digde Raden der Gevangenissen', door de prefect benoemd, toezicht over de gevangenissen. In 1814 werden ze vervangen door Colleges van Regenten, bestaande uit de plaatselijke notabelen, die onder toezicht stonden van de Gouverneur.4 De gevangenis In 1811 werden drie lokalen in het stadhuis en een ruimte in de hervormde kerk ingericht als tij delijke verblijfplaats voor de gevangenen in Goes. De twee kamers in de toren van het stadhuis stonden bekend onder de namen Dubbele hut en Bakenskamer; de ruimte die zich in de kelder van het stadhuis bevond, stond als Donkergat bekend. Voor vrouwen was een kamer boven de consisto rie van de kerk als gevangenisruimte ingericht, het zogenoemde Laboratorium. Omdat de capaci teit van de kamers bij lange na niet genoeg was om het aantal gevangenen te huisvesten, werden in de loop van de jaren nog vier ruimten in het stadhuis (de Gijzeling en de Klokkenkamer, de Spekkamer en het Klappermanshuisje) in gebruik genomen.5 Bracht de verdeling van de gevangenen over zo veel verschillende ruimten al de nodige pro blemen met zich mee, de kwaliteit van de kamers tartte volgens menig bezoeker iedere beschrij ving. Het Tweede Kamerlid Van Deinse was het meest uitgesproken in zijn kritiek In 1855 merkte hij op: "De toestand dier gebouwen, of laat mij liever zeggen, verblijven voor gevangenen is allerellendigst. In 1811 wer den daartoe voorloopig vier localen bestemd, te Oude gevangenis in het stadhuis van Goes. Misdadigers die voor lichte vergrijpen waren opgepakt werden naar de zoge noemde Bakenskamer op de eerste verdieping gebracht. Foto: Albert L. Kort. weten: een klein donker vochtig verblijf onder het stadhuis; twee verblijven boven in den stadhuis toren zeiven - het eerste van welken men langs eenen smallen donkeren wenteltrap, ter hoogte van veertig treden, het andere nog dertig treeden hooger en dus zeventig treden, bezoeken moet; aan eenige verwarming van die, zoozeer aan den invloed der lucht blootgestelde localen, valt zelfs bij den strengsten winter niet te denken; - dit zijn de localen voor mannelijke gevangenen bestemd; 44 Goese gevangenis

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 6